Proact gaat Oracle-databases via 'as-a-Service'-model beheren

Proact, datacenterinfrastructuur-integrator en cloud-enabler, lanceert een nieuwe dienst binnen zijn Infrastructure-as-a-Service-portfolio. Het bedrijf gaat voor klanten het technisch beheer van hun Oracle-databases verzorgen. Proact meldt dat de eerste klanten inmiddels gebruik maken van de dienst.

Binnen deze nieuwe dienst zorgt Proact voor het volledige technische beheer, waaronder OS-beheer, updates, patches, performancemonitoring, performanceoptimalisatie en back-up en restore. Door Oracle- en infrastructuurbeheer te combineren, onderscheidt Proact zich vooral door een integrale aanpak. Zo is performance bijvoorbeeld onderdeel in de keten waarin ook de storage en andere infrastructuurcomponenten worden meegenomen.

Tekort aan Oracle-database-administrators
Veel bedrijven hebben op dit moment moeite om goede Oracle-database-administrators te vinden en te behouden. Daarnaast moeten bedrijven continu investeren in de kennis en expertise van technisch beheerders. Door bij Proact het technisch beheer als dienst af te nemen hoeven klanten zelf geen administrators aan te nemen en beschikken zij altijd over een up-to-date database. De Proact-diensten worden vanuit ISO 27001-gecertificeerde Tier3-datacenters aangeboden

“Het technische beheer van Oracle-omgevingen is een specialisme geworden, dat voor veel organisaties een steeds grotere uitdaging vormt. Niettemin zijn zij voor een ongestoorde voortgang van de bedrijfsactiviteiten sterk afhankelijk van hun Oracle-databases. Met deze nieuwe dienst, die we ‘Technisch Oracle-beheer-as-a-Service’ zouden kunnen noemen, spelen we in op de uitdagingen op dit gebied”, zegt Lucas den Os, Managing Director van Proact Netherlands. “Wij hebben stevig geïnvesteerd in het opbouwen van kennis en expertise, en we kunnen klanten nu 24x7 voorzien van de juiste technische Oracle-ondersteuning. Klanten die daarvoor kiezen, maken voor de eigen Oracle-specialisten zo de weg vrij om zich te richten op functioneel beheer en innovaties.”