Copaco 2tCloud is partner van Microsoft Cloud OS Network

Copaco 2tCloud is toegelaten als partner van het Microsoft Cloud OS Network. Daarmee is Copaco, als eerste distributeur en als een van de belangrijkste partners van Microsoft in Nederland, toegevoegd aan het wereldwijde netwerk van geselecteerde service providers die in nauwe samenwerking met Microsoft hybride cloudoplossingen leveren.

Het Microsoft Cloud OS Network is een internationaal netwerk van professionele service providers in meer dan honderd landen. Om tot dit netwerk toegelaten te worden, dient een service provider over voldoende kennis van Microsoft producten en Microsoft cloudoplossingen te beschikken en voldoende server en storage capaciteit beschikbaar te hebben.

Harold Bax (foto), Director Business Development bij Copaco: “Copaco’s 2tCloud infrastructuur is gebaseerd op Microsoft technologie. Daarbij wordt gebruik gemaakt van onder andere Windows Azure Pack, waarmee met virtuele servers en virtuele netwerken eenvoudig een virtueel datacenter kan worden gecreëerd. Dit virtuele datacenter kan vervolgens weer worden gekoppeld met Microsoft Azure en andere on- en off-premises Microsoft omgevingen.”

Bax vervolgt: “Onze door Microsoft gecertificeerde consultants en system- en supportengineers leveren de kennis die nodig is om dergelijke hybride oplossingen te realiseren, te beheren en te ondersteunen. In de cloud gaat het vooral om vertrouwen. Wij zien het dan ook als een toegevoegde waarde voor onze klanten dat Microsoft erkent dat wij over voldoende kennis en capaciteit beschikken om de juiste cloudoplossingen te kunnen leveren”.

Mark Wiertsema, Hosting & Cloud Sales Lead bij Microsoft Nederland: “Succes in de cloud begint met het juiste partnership. Dankzij de link van het Copaco 2tCloud Windows Azure Pack platform met Microsoft Azure en eventuele andere on- en off-premises omgevingen, krijgen klanten meer flexibiliteit en schaalgrootte. Dit gecombineerd met de voordelen van een lokale cloudleverancier, die ook de bijbehorende kennis kan leveren in de eigen taal”.

Door: Witold Kepinski