Redactie - 18 juli 2015

Waarom ik het boek The Open Organization schreef

Gedurende mijn carrière heb ik talloze vragen moeten beantwoorden. Deze variëren meestal van “Hoe is het om de CEO van een open-source bedrijf te zijn” tot “Wat zijn de nieuwe technologietrends voor volgend jaar?”. Onlangs is daar een nieuwe vraag bijgekomen: “Waarom heb je een boek geschreven?”

Dat boek, The Open Organization, gaat over het opzetten van een succesvol bedrijf in een snel veranderend technologieklimaat. De enige manier om succesvol te zijn, is door afscheid te nemen van oude manieren van zakendoen, waaronder werken vanuit een hiërarchische top-down benadering. In de nieuwe aanpak die ik voorstel, wordt naar ieders mening gevraagd. Men zal het principe van 'command and control' los moeten laten en managers moeten afstand nemen van hun traditionele comfortzones.

Kortom, het gaat over het toepassen van de methodologie die open-source software tot de standaard binnen veel organisaties heeft gemaakt en van toepassing is op hoe bedrijven gerund worden.

Tegenwoordig is het niet alleen de CEO die de scepter moet zwaaien. Ook senior managers kunnen niet meer op een bergtop blijven zitten en vasthouden aan hun oude manieren van zakendoen. Deze werkwijzen staan namelijk zwaar onder druk door gepassioneerde medewerkers die graag willen dat hun meningen worden gehoord. Managers moeten daarom meer bereid zijn om de creativiteit, energie en kracht van hun werknemers te gebruiken. Dit zijn de mensen die innovatie mogelijk maken en met nieuwe ideeën komen. En die ideeën zijn het kloppend hart van de meest succesvolle en fast-moving bedrijven in de wereld. Red Hat is ook zo'n bedrijf.

Tijdens mijn zeven-en-half jaar bij Red Hat ben ik me terdege bewust van de behoefte aan een nieuwe werkwijze. In mijn boek kun je lezen hoe ik toen ik bij Red Hat startte, na mijn periode bij Delta Air Lines, dacht over de rol van een corporate CEO. Dit was de persoon die verantwoordelijk was en die geen vragen duldde. In feite was ik de typische top-down-manager bij Delta.

Red Hat heeft dat denkbeeld drastisch veranderd. Het opende mijn ogen voor verbeteringen en niet alleen om technologie te maken door middel van community-gedreven innovatie, maar ook om een bedrijf te leiden.

Bij Red Hat moedigen we onze medewerkers dan ook aan om ideeën te opperen die bijdragen aan een betere bedrijfsvoering. Deze stemmen worden gehoord en werknemers krijgen de mogelijkheid om hun werkzaamheden op een andere manier uit te voeren. Dat geldt voor bijna alles wat we doen en het heeft ons geholpen succesvol te zijn.

Naast het luisteren naar onze eigen medewerkers, dringen wij er bij onze klanten op aan met ons samen te werken. Dit staat haaks op de oldschool-benadering waarbij een bedrijf dicteert welke soorten diensten klanten zouden moeten kopen. Ik weet wel dat elk bedrijf zegt dat ze naar hun klanten 'luisteren'. Maar laten deze bedrijven ze ook actief participeren in de weg die het bedrijf inslaat? Wij doen dat wel. Daar gaat het namelijk om bij de ontwikkeling van open-source software. Ideeën en concepten van iedereen gebruiken met als doel het beste product te maken. Daar gaat het bij een open organisatie ook om. Ik ben er van overtuigd dat dit de enige benadering is die werkt. Voor mij persoonlijk en voor Red Hat was dit in ieder geval wel zo.

En omdat delen in het DNA van Red Hat verweven is, zou ik mijn plicht verzuimen om deze manier van werken niet met anderen te delen.

Door: Jim Whitehurst, president en CEO van Red Hat

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!