Redactie - 22 juni 2012

Nederlandse organisaties besteden steeds meer activiteiten uit


Nederlandse organisaties gaan steeds vaker over tot het uitbesteden van activiteiten bij externe partijen. Vooral kostenreductie, de toegang tot specifieke kennis en vaardigheden en financiële flexibiliteit vormen voor de organisaties de belangrijkste redenen voor uitbesteding. Dit blijkt uit onderzoek dat KPMG Equaterra jaarlijks houdt onder bijna tweehonderd Nederlandse bedrijven en overheidsinstellingen naar de wijze waarop zij activiteiten uitbesteden.

Voor het onderzoek zijn daarnaast bijna vijfhonderd IT-contracten van Nederlandse organisaties met twintig verschillende IT-leveranciers onderzocht. Deze contracten zijn onder meer beoordeeld op kwaliteit, prijs, flexibiliteit en innovatie. Uit het onderzoek blijkt ruim 90% op dit moment activiteiten uitbesteedt aan externe partijen. Bijna de helft van de organisaties verwacht de komende tijd nog meer activiteiten uit te besteden. 

Niet meer dan 40% van de organisaties blijkt echter tevreden over de wijze waarop zij in staat zijn de relatie met de service provider te managen. Eén op de vier organisaties geeft aan zowel gebruik te maken van offshoring als nearshoring, 29% maakt alleen gebruik van offshoring en 5% alleen van nearshoring. Ruim de helft van de organisaties verwacht de komende tijd ‘application management’ te zullen uitbesteden, 54% ziet het uitbesteden van ‘infrastructure management’ toenemen. Ruim 40% verwacht de komende tijd aanpassingen te doen aan de off- en nearshoring strategie.

Uit het onderzoek van KPMG blijkt voorts dat bijna 35% van de organisaties vindt dat de relatie met de service provider het afgelopen jaar is verbeterd. Net als vorig jaar geeft 70% van de organisaties aan tevreden te zijn over de dienstverlening van de service provider. Ruim 80% zou de service provider ook aanbevelen bij derden. Ruim 70% is van mening dat de service provider tegemoet komt aan het niveau zoals dat is afgesproken in de Service Level Agreement (SLA). 

Bijna 70% vindt dat de prijs die betaald moet worden voor de dienstverlening in lijn is met de huidige marktprijs. Net als vorig jaar zijn de organisaties minder te spreken over het vermogen van de service provider om de mogelijkheden tot innovatie te identificeren. Ruim 40% blijkt niet tevreden over de innovatiecapaciteiten van de leverancier. Iets meer dan 60% vindt bovendien dat de leverancier flexibel is in het veranderen van het contract. 

En ruim 60% vindt dat de provider de opdracht binnen de afgesproken tijd, binnen het budget en met de gewenste functionaliteit heeft verricht. Bijna 70% geeft aan dat de provider een duidelijk beveiligingsbeleid op het gebied van IT heeft en succesvol is in het garanderen van de kwaliteit van de IT-beveiliging.

"Ten aanzien van de relatie tussen service provider en klant is een duidelijke ontwikkeling zichtbaar”, zegt Nico Boot, partner bij KPMG Equaterra. Boot: “Steeds meer partijen realiseren zich dat het uitknijpen van de serviceprovider niet altijd de beste strategie is om optimaal te profiteren van de voordelen van sourcing. Waar het veel meer omgaat, is om transparant te zijn over de business case van sourcing en de voordelen onderling te verdelen. 

Met de juiste contractvormen kan de service provider dan ook worden geprikkeld om bij te dragen aan vernieuwing van de processen, als de winst van deze vernieuwing over de partijen wordt verdeeld. In lijn met deze aanpak zien we steeds vaker dat marktpartijen hun activiteiten bij een kleiner aantal service providers onderbrengen zodat ze meer tijd hebben om de relatie met deze partijen goed te onderhouden en samen te werken aan verbetering.” 

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!