Redactie - 22 januari 2013

Hoe applicatiebeheer efficiënter ingericht kan worden


Applicatiebeheer bestaat inmiddels in vele vormen en er bestaan verschillende definities en termen. Applicatiebeheer is naar mijn mening het beschikbaar houden en handhaven van een applicatie, maar daarnaast ook zeker het uitbreiden en vernieuwen van de applicatie. Het is belangrijk dat de functionaliteit van een applicatie beschikbaar is voor haar gebruikers. Maar hoe kan applicatiebeheer efficiënter ingericht worden? Onderstaande zes punten zijn hierbij belangrijk.

 1. Bij de start van een project moet al nagedacht worden over het beheer

Applicatiebeheer moet niet als een afzonderlijk punt gezien worden. Het is belangrijk dat er bij de start van een traject voor systeemontwikkeling wordt nagedacht over het beheer in het algemeen. Applicatiebeheer is dan een daadwerkelijk onderdeel van het totale project. De wensen en eisen vanuit applicatiebeheer, de service-acceptatiecriteria, kunnen zo al vanaf het begin worden meegenomen met als doel de applicatie zo goed mogelijk in beheer te nemen en houden. Wanneer er tijdens de projectfase goed in kaart wordt gebracht wat de functionele en niet-functionele eisen zijn en er volgens bewezen standaarden en richtlijnen wordt gebouwd, zorgt dit voor een beheerfase waarin er efficiënt gewerkt kan worden. In de application lifecycle is de beheerfase tenslotte de langste fase en het loont enorm wanneer er in die fase een zo efficiënt en goed mogelijk beheer uitgevoerd kan worden.

 2. Eén leverancier biedt betere garanties

Voor een efficiënt applicatiebeheer heeft het de voorkeur om ook technisch applicatiebeheer en infrastructuurbeheer van een informatiesysteem bij één leverancier onder te brengen. Er is dan namelijk één aanspreekpunt en een totale controle over het gehele informatiesysteem. Een leverancier kan zo ook de beste garanties geven. De processen zijn dan namelijk gestandaardiseerd, sluiten goed op elkaar aan en afspraken en de naleving daarvan zijn de verantwoordelijkheid van één leverancier.

 3. Maak gebruik van verschillende beheervormen

Er kan op een drietal manieren invulling gegeven worden aan applicatiebeheer:

- Correctief beheer: dit is reactief beheer en bedoeld om ad hoc afwijkingen van de standaardoperatie van het informatiesysteem zo snel mogelijk te herstellen.

- Innovatief beheer: binnen deze vorm van beheer worden geplande wijzigingen doorgevoerd in de applicatie.

- Preventief beheer: deze vorm is bedoeld om verstoringen binnen de applicatie te voorkomen.

De combinatie van deze drie beheervormen zorgt ervoor dat de doelstelling van applicatiebeheer – het beschikbaar houden en handhaven van de applicatie – maar ook het uitbreiden en vernieuwen van de applicatie gewaarborgd blijft.

 4. Testen

Het is belangrijk dat bij aanpassingen die vanuit applicatiebeheer worden doorgevoerd de kwaliteit constant gewaarborgd blijft. Dit kan door de functionaliteit die gebouwd, toegevoegd of gewijzigd wordt continu te testen. Bij een oplevering van bijvoorbeeld een nieuwe release is het belangrijk dat de reeds bestaande functionaliteit blijft werken, maar ook dat alle nieuwe functionaliteit goed werkt. Een dagelijkse test en controle op de code van de applicatie is daarom noodzakelijk.

 5. Stel prioriteiten

Bij de uitvoering van applicatiebeheer is het belangrijk om prioriteiten te stellen. Het is belangrijk om te weten wie er binnen de organisatie ondersteund wordt met de applicatie. Ook moet er gekeken worden welke componenten in de applicatie het meest belangrijk zijn en welke minder belangrijk. Als deze kennis aanwezig is, dan kan er goed ingeschat worden waar de prioriteit gelegd moet worden en kan er altijd adequaat en op een goede manier gereageerd worden.

 6. Waarborg de kwaliteit

Het hanteren van een gestandaardiseerde werkwijze draagt bij aan het kunnen blijven waarborgen van de kwaliteit van de applicatie, maar ook van de dienstverlening. Hiervoor kan gebruik worden gemaakt van een zogenaamde ontwikkelstraat. Met zo’n ontwikkelstraat wordt er voor standaardisatie gezorgd bij de ontwikkeling en uitvoering van applicatiebeheer. Omdat er op een gestandaardiseerde manier gewerkt wordt, is het bijschakelen van extra capaciteit snel te realiseren. De inwerktijd is namelijk ook een stuk korter en de kwaliteit blijft op hetzelfde niveau. Daarnaast is het ook verstandig gebruik te maken van een OTAP-omgeving. Oplossingen voor incidenten en verzoeken voor wijzigingen kunnen hiermee gecontroleerd en goed getest naar productie worden gebracht. Hiermee is en blijft de kwaliteit van de applicatie gewaarborgd.

 Bovenstaande punten zijn belangrijk en applicatiebeheer kan hiermee een stuk efficiënter worden ingericht. Daarnaast is het belangrijk om te realiseren dat een applicatie altijd een bedrijfsbehoefte van een klant vervult. Een goed uitgevoerd applicatiebeheer draagt hier aan bij en is een toegevoegde waarde voor de klant.

Paul van Kuppevelt, Service Delivery Manager bij Info Support


Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!