Redactie - 27 juni 2014

Een goede opslag voor optimale beschikbaarheid


Organisaties willen steeds sneller datacenters laten bouwen. Het gevolg van die kortere doorlooptijden is dat de apparatuur on-demand beschikbaar moet zijn. Niemand wil immers zijn tijd verdoen met het wachten op een levering. Daarom moet schakelapparatuur voor laag- en middenspanning enkele dagen tot een week voor installatie aanwezig zijn.

De opslag van apparatuur klinkt misschien eenvoudig, maar geniet hoge prioriteit. Verkeerde omstandigheden kunnen immers tot schade aan de systemen leiden. Dat leidt soms van weer tot ernstige vertragingen. Zo is water de grootste dreiging voor ieder elektrisch apparaat. De meeste datacentermanagers of andere betrokkenen weten dat gelukkig ook, en niemand is zo gek de dozen neer te zetten in een kelder die kan onderlopen. Maar minder bekend is de schade die kan ontstaan door condensvorming in de behuizingen zelf. Deze schade ontstaat sneller dan de meeste mensen denken. Bij opslag in onverwarmde, vochtige ruimtes kan condensvorming al binnen enkele uren toeslaan. Wat het ingewikkelder maakt, is dat de condens zich kan vermengen met vuildeeltjes in de lucht. Hierdoor ontstaat een halfgeleidende laag op de afzonderlijke componenten.

Als de condensvorming beperkt is, volstaat een nauwkeurige schoonmaakbeurt om deze laag te verwijderen. Maar zware condensvorming of condensvorming dat over een langere periode plaatsvindt, kan de geleiding aantasten. Op het moment van aanzetten kunnen componenten waaronder de zekeringen, meters, relais, transformators en smeltveiligheid nog vochtig of vervuild zijn. Dit kan leiden tot storingen.

Voorkom deze kostbare storingen en hanteer daarom de richtlijnen rond opslag van de Institute of Electrical and Electronics Engineers (IEEE). Wat houdt dit in?

De optimale opslaglocatie is droog en goed geventileerd in een gebouw met klimaatcontrole. De luchtvochtigheid moet onder de 80 procent liggen, met temperaturen tussen het vriespunt en 40°C. Vermijd sterke schommelingen in de temperatuur en luchtvochtigheid. Als een dergelijk vertrek tijdens de constructie van het datacenter niet beschikbaar is, neem dan tijdelijk maatregelen die condensvorming voorkomen. Denk hierbij aan verwarming. Een veelgebruikte oplossing is het plaatsen van verwarmingselementen in de apparatuur zelf, toegesneden op het vermogen van de apparatuur.

Zelfs wie zich strikt houdt aan de richtlijnen van de IEEE, moet aandacht hebben voor enkele omstandigheden. Zo is gedegen monitoring in ons natte Nederlandse klimaat extra belangrijk. Schommelingen in de luchtvochtigheid zijn een groter gevaar dan schommelingen in de temperatuur.

Condens is niet het enige waar datacenters rekening mee moet houden. De apparatuur moet op een gelijke vloer worden geplaatst, zodat niet onevenredig veel druk wordt uitgeoefend op één bepaald punt. De verpakking moet de apparatuur beschermen tegen stof, zonder dat dit ten koste gaat van de ventilatie. En hoe langer de opslag, des te strenger rekencenters moeten voldoen aan de IEEE-richtlijnen.

Wie zich aan deze regels en aan de opslaginstructies in de handleiding houdt, heeft de apparatuur op het optimale moment tot zijn beschikking.

Loek Wilden, Data Center Lifecycle Consultant bij Schneider Electric Nederland

 

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!