Redactie - 30 oktober 2014

Interconnect biedt een 'continuïteitsgarantie'

Eind vorige eeuw was het makkelijk. Iemand belde of je domeinnamen verkocht en vijf minuten later had je er een klant bij. Maar de markt voor ISP's is veranderd, weten ze ook bij datacenterleverancier Interconnect. “Investeren in redundante apparatuur is niet meer genoeg om écht betrouwbaar te zijn”, vertelt directeur en eigenaar Rob Stevens. Op 1 januari komt Interconnect met een 'continuïteitsgarantie', die ook na een eventueel omvallen van de ISP-klanten toegang garandeert tot hun bedrijfsdata.

We zijn allemaal veel afhankelijker van het internet dan toen Interconnect in 1995 begon, weet Stevens. “Alles draait om betrouwbaarheid. Investeren in redundante apparatuur is een must, maar niet meer voldoende. De tijd is voorbij dat een ISP met noodstroomaggregaten, een dubbele uitvoering van netwerkapparatuur, 24-uursdiensten en extra personele en technische middelen iets unieks in handen had. Iedereen is nu 'redundant'; iedereen garandeert 99,9 procent uptime en is aan alle kanten gecertificeerd. Dat is de standaard geworden.”

De continuïteitsgarantie ziet Stevens als een volgende fase. “Klanten willen dat de continuïteit die je ze aanbiedt, zelfs doorloopt tot na je graf. Zelfs als je omvalt en failliet gaat, ondanks je vooruitstrevende techniek en alle ISO-certificeringen, moet je dienstverlening doorlopen. De klant denkt vooruit. Hij denkt: zo'n twin-datacenter is best leuk, en het is best interessant dat je cloud over twee datacenters is verspreid. Maar als Interconnect omvalt, dan liggen allebei mijn eitjes in jullie mandje. Wat betekent dat voor mijn business?”

Op 1 januari 2015 moet de continuïteitsgarantie er zijn. “Het is een wat juridisch verhaal”, erkent Stevens. “Maar het komt erop neer dat als een werkmaatschappij omvalt, de diensten hoe dan ook gecontinueerd worden. Dat kan door een tweede werkmaatschappij in het leven te roepen, die over dezelfde middelen beschikt. Dat betekent dat je die middelen in een andere juridische entiteit moet stoppen, en wel vóórdat van een eventueel faillissement sprake kan zijn. Je moet het doen op een transparante en geoorloofde manier, en juist op dit moment, nu het prima gaat met ons. Voor een datacenter is dit zeker uniek, maar het zal onze dienstverlening niet veel duurder maken.”

Onafhankelijk in connectivity

Om te kunnen overleven in de snel veranderende wereld van ISP's, kan Interconnect volgens Stevens bovendien terugvallen op een andere belangrijke ‘USP’. Hosting betekent dat je een betrouwbaar en goed beveiligd datacenter aanbiedt als een veilige locatie voor de kantoorautomatisering en bijvoorbeeld een ERP-systeem van een partner, maar Stevens voegt daar een belangrijke voorwaarde aan toe, hoe voor de hand liggend ook. “Je moet er wel bij kunnen. Je hebt niks aan een Tier3++ datacenter waar je een flexibele cloud-omgeving host, zonder een fatsoenlijke breedbandverbinding. Uiteindelijk is je connectivity naar je datacenter, naar de cloud, net zo belangrijk als de beschikbaarheid van het datacenter of van die cloud zelf. Als een van de twee niet goed werkt, heb je nog niks. Dat wordt nog wel eens onderschat.”

Connectivity c.q. optimale bereikbaarheid is volgens Stevens bij Interconnect gegarandeerd, onder meer doordat Interconnect verschillende netwerken gebruikt. “We gebruiken niet diensten van alleen KPN, Eurofiber, Tele2 of Ziggo, maar van al die partijen. En we hebben onze eigen spullen; we zijn geen verkoopkantoor van welke partij dan ook. Dat maakt ons onafhankelijk. Heb je het over redundantie, dan gaat dat niet alleen over bandbreedte of aantallen megabits. Wij adviseren klanten: neem naast een glasverbinding van de ene aanbieder ook een DSL-verbinding van een andere leverancier. Wij kunnen dat technisch zodanig aanbieden, dat die verschillende verbindingen ook echt elkaars fallback vormen, bijvoorbeeld met dezelfde IP-adressen. Het gaat om die ene keer per jaar dat – bijvoorbeeld – een glasverbinding van een leverancier een uur lang niet beschikbaar is. Er zijn weinig partijen die deze vorm van connectivity van alle grote partijen aanbieden, zeker niet in combinatie met Datacenter en cloud diensten.”

Groei sinds 1995

De onafhankelijkheid op het gebied van connectivity en ook de nieuwe continuïteitsgarantie, ziet Stevens als broodnodige verkooppunten in een veranderende wereld. “Het is geen 1995 meer, toen ik samen met mijn broer Jeroen in de 'hobbysfeer' kleine netwerkjes begon te bouwen. Het internet was sterk in opkomst en mensen vroegen of wij e-mail voor ze konden faciliteren. Dat konden we, maar we wilden het veel mooier doen. Voor 95 gulden per jaar registreerden we een eigen domeinnaam voor een klant, met zoveel e-mail adressen als hij maar wilde. De klant kon die domeinnaam zelfs mee verhuizen naar een andere provider, dus hij was niet afhankelijk van een en dezelfde provider. Dat soort dingen moest je toen nog echt uitleggen.”

Sindsdien is het hard gegaan met de ISP uit ‘s-Hertogenbosch. “We hebben altijd zoveel mogelijk onafhankelijk willen zijn, om zoveel mogelijk controle te hebben over onze diensten. Dat is uiteindelijk ook het beste voor de klant. Toen het goed liep, betrokken we een kantoorpandje in de Bossche binnenstad. Rond de eeuwwisseling hadden we voor het eerst een pand met één verdieping helemaal ingericht als serverruimte. Daar hebben we de grote boost gemaakt, tussen 2001 en 2006. Wij waren het eerste regionale datacenter dat qua tarieven kon tippen aan de datacenters in Amsterdam. Dat trok vooral MKB-klanten.”

Inmiddels bevolkt Interconnect een zelfgebouwd pand met 4000 vierkante meter vloeroppervlak, en heeft het een tweede datacenter in Eindhoven (foto) met 6000 m2 datacentervloer (fase 1: 3000 m2). Stevens: “Dat grotere en echt hypermoderne Tier 3++ datacenter maakte het mogelijk dat ook een partij als Vodafone klant werd. Ondanks de aanwezigheid van veel hightech bedrijven in en rond Eindhoven, is er buiten Amsterdam nog steeds weinig te vinden wat lijkt op wat wij in dat tweede datacenter hebben staan. De luchtstroming is er beter beheersbaar, waardoor we per vierkante meter meer apparatuur kwijt kunnen. Daarmee waren wij de eerste in Nederland. De diagrammetjes met koude en warme luchtstromen werden bijna letterlijk gekopieerd door concurrenten, merkten we al snel. Of we daar problemen mee hebben? We zien het als een groot compliment.”

WK

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!