De perfecte storm op personeelsgebied
De komende jaren wacht ons een perfecte storm op personeelsgebied. Er zijn gelijktijdig verschillende tegengestelde, maar elkaar versterkende ontwikkelingen gaande, die zijn weerga in het verleden nog niet hebben gekend. De Babyboomers werken door de verhoging van de pensioenleeftijd nu nog iets langer door, maar verlaten over 5 jaar massaal het bedrijfsleven. Het aantal jongeren dat hen kan opvolgen, blijft echter ver achter bij het aantal vertrekkende ouderen.
Daarnaast zal de aantrekkende economie nieuwe werkgelegenheid creëren waarvoor wij nog amper studenten aan het opleiden zijn, terwijl de automatisering van de administratieve werkvloer duizenden banen op dat gebied zal elimineren. Zie hier het grote dilemma voor werkgevers en overheid de komende jaren: hoe houdt ik mijn personeelsbestand ten minste op peil en hoe ga ik alle nieuwe werklozen herscholen naar banen die nog wel beschikbaar blijven of komen?
Het aantal 16 -24 jarigen dat de komende jaren beschikbaar komt voor het bedrijfsleven is om demografische redenen beperkt. Er worden immers steeds minder kinderen geboren. Daarnaast hebben de schoolverlaters ook niet allemaal de opleiding genoten, die in de groeiende, nieuwe economie nodig is.
Dat is niet alleen de situatie in Nederland, maar in de hele westerse wereld. Enkele jaren geleden voorspelden sommigen al een ‘war on talent’. We zullen veel te weinig goed opgeleide talenten hebben om onze economie de gewenste groei te kunnen geven.
Babyboom-generatie
Dat is een groot verschil met de vorige lente in de Kondratieff-cyclus van 50 jaar geleden: in de jaren zestig van de vorige eeuw. Toen was de afstuderende geboortegolf van de babyboom-generatie aanwezig om in grote getalen het bedrijfsleven binnen te stromen en de groeiende en hongerige economie de noodzakelijke handen en voeten te geven. Nieuwe, jonge steeds hoger opgeleide jongeren kwamen zelfs in zo’n grote hoeveelheid op de arbeidsmarkt, dat ouderen vervroegd met pensioen (VUT) werden gestuurd om plaats te maken voor deze overweldigende groep nieuwe jongeren. En op die wijze de kostbare jeugdwerkloosheid te beperken.
Er is momenteel echter weinig of geen demografisch bepaalde groei meer in het aantal jongeren dat beschikbaar komt voor de arbeidsmarkt. Dus we zullen als maatschappij ons best moeten doen iedere jongere optimaal op te leiden voor de banen waar straks behoefte aan is. De noodzaak voor studie-efficiency staat in contrast met de vrijheid die studenten hebben bij hun studiekeuze. Toch is het zinvol op nationaal niveau ons studieaanbod eens te bekijken; opleiden voor werkloosheid en gedwongen herscholing is kostbaar en voor niemand leuk, voor de betreffende jongeren het minst.
Bij de oudere werknemers geldt het omgekeerde. Hoewel we onze pensioenleeftijd al een beetje aan het verhogen zijn – te laat en veel te weinig – zal het aantal uittredende werknemers de komende vijf jaar enorm groeien. En met hen de kennis en ervaring die op dit moment nog ‘goed genoeg’ is om onze economie te laten draaien en potentieel te laten groeien. Ik verwacht dat werkgevers de komende jaren ook vele inventieve initiatieven zullen ontplooien om een deel van die ouderen langer te houden dan pensioen-technisch nodig is.
Duvels dilemma
Daarnaast is er een verandering gaande in het type werk en kennis die nodig is in onze kennis- en informatiemaatschappij. In een vorige blog besprak ik al het fenomeen dat in onze snel groeiende informatiemaatschappij een digitale kloof ontstaat tussen personen die wel meekunnen en zij die dat niet of niet meer kunnen. Ook op dat gebied zullen we ons als maatschappij ook eens achter de oren moeten krabben. Want er ontstaat binnenkort een bevolkingsgroep die definitief buiten de economie gaat vallen. En met de verwachte schaarste op de arbeidsmarkt kunnen we dat als klein land absoluut niet accepteren. We zullen de komende tien tot twintig jaar iedereen nodig hebben die er is.
Immers het personeel dat je nodig hebt, haal je ook niet zo maar even uit het buitenland. Daar is dezelfde schaarste aan het ontstaan, de zuidelijke Europese landen even buiten beschouwing gelaten. Maar veel nieuwe arbeid zal in de servicesector ontstaan, en daar hebben niet-Nederlands sprekenden bij voorbaat al een achterstand. We staan als maatschappij voor een duvels dilemma de komende jaren.
Bovenstaand figuur komt uit een LinkedIn-bericht van Jeff Gerkin, SVP North America Sales at Right Management, dat mij triggerde voor deze blog. Zijn stelling is, dat het management de komende jaren steeds zorgvuldiger met zijn personeel zal (moeten) omgaan om te behouden wie men aan boord heeft. Het vinden, werven en aannemen van nieuw, deskundig personeel wordt steeds lastiger en duurder, daarom moet het koesteren van de aanwezige bemanning steeds effectiever en efficiënter.
Hij zegt letterlijk: “Accepteer dat het vinden en vechten voor talent een bedrijfskritische taak zal worden voor elke onderneming. Het kunnen blijven aannemen van goede mensen en hen lange tijd behouden, wordt de uitdaging voor elke HR-afdeling.” En vervolgens dient men meer dan ooit te investeren in die aanwezige ‘workforce’. Zorg voor uitdagende carrièreontwikkeling, continue educatie en een uitdagende werkomgeving. Eigenlijk een vanzelfsprekendheid, maar dus steeds vaker ook een onmisbaarheid.
Door: Hans Timmerman, cto EMC Nederland