Redactie - 13 februari 2015

Datacenters vormen de basis van onze samenleving

Vroeger spraken we over een rekencentrum, de plaats waar grote aantallen rekenaars – in het Engels computers – beschikbaar waren voor de verwerking van data. Tegenwoordig spreken we over datacenters. Want om die data gaat het uiteindelijk, het rekenen is slechts nodig om die data van waarde of betekenis te laten veranderen.

De bouwstenen van een datacenter zijn – naast de opslagcomponenten voor al die data – vele grote computersystemen, verschillende netwerken om de data te verplaatsen en databases die relevante data op actieve en gestructureerde wijze beschikbaar stellen aan applicaties. Een heel bouwwerk van componenten, welke vaak ook nog door een groot scala van leveranciers worden geleverd. Het bouwen van efficiënte en betrouwbare datacenters is decennia lang een lastige en daarom dure bezigheid geweest. In een vorig blog sprak ik al eens over de wens van het kant en klare datacenter.

Het afstemmen van al die verschillende componenten, het zorgen dat de laatste versies van de besturingssoftware aanwezig zijn, het op tijd upgraden naar nieuwere versies etc. hield een heel leger van IT-specialisten dag en vaak ook nacht en weekend bezig. De kosten van een datacenter bestaan vaak voor 80% uit het ‘draaiend houden’ van de installaties. En dat betekent dat slechts 20% van het budget beschikbaar is voor innovatie, vernieuwing en efficiency-projecten.
Gelukkig komt daar meer en meer verandering in. Ongeveer vanaf 2010 – een bekend jaartal in de innovatie van de ICT – zijn zogenaamde ‘converged’ infrastructuursystemen op de markt gekomen. Deze systemen worden, in plaats van op de vloer van het datacenter, al in de fabriek samengebouwd tot een gebruiksklaar systeem. En vanzelfsprekend getest en voorbereid voor direct gebruik.

Hierdoor ontstaan flinke besparingen. Allereerst in het systeem zelf, de fabrieksversie is 30 tot 40% goedkoper dan een lokaal zelf te bouwen systeem. Vervolgens is de ingebruikname van een fabrieksmatig gebouwd systeem in plaats van weken of zelfs maanden, nog maar dagen of slechts uren. Tenslotte blijkt dat deze geconvergeerde systemen minder problemen geven bij gebruik, waardoor ook nog veel geld wordt bespaard op ongeplande uitval, storingen en reparatietijd.
Het is begrijpelijk dat de markt van deze ‘converged systems’ met fikse, dubbele cijfers aan het groeien is. Geen enkele, zich respecterende datacenter-organisatie wil nog met de gereedschapskist zelf een groot scala van verschillende componenten, die via verschillende leveranciers, contracten en levertijden worden geleverd, zelf samenbouwen.

Er zijn twee vormen ‘building blocks’: de in de fabriek samengestelde systemen (u kunt elke kleur kiezen als die maar zwart is) en systemen die zijn opgebouwd op basis van een referentie-architectuur. Dat laatste is eigenlijk een zelfbouwpakket, dat van te voren zorgvuldig is samengesteld uit verschillende componenten. Een soort IKEA meubel, maar dan met iets meer leveranciersvrijheid.
Op deze ontwikkeling heeft VMware vorig jaar ingespeeld door een appliance te ontwikkelen, die voor een infrastructuur – die op die standaardwijze is samengesteld – de besturingssoftware vormt. Dus het maakt niet meer uit via wie je de hardware koopt, als het aan de EVO:RAIL standaard voldoet, kan het virtuele besturingssysteem direct worden geïnstalleerd. Standaard datacenter legoblokken als het ware, die vanuit centrale software worden aangestuurd.

Dit leidde tot veel enthousiasme in de markt en vele hardware leveranciers gaan dit jaar systemen leveren die geschikt zijn voor de genoemde EVO appliance. Op die wijze wordt hardware steeds meer een commodity, een consumentenartikel, terwijl de software de functionaliteit levert. Een belangrijke stap op weg naar het software defined datacenter. Het datacenter dat uit een verzameling ‘consumentenartikelen’ is opgebouwd en voorzien van software die de besturing en levering van data-services regelt.
Begrijpelijk dat we de komende maanden veel aankondigen zullen zien op dit gebied. De klanten zijn super enthousiast, de markt groeit met dubbele cijfers en elke ICT leverancier wil daar zijn bijdrage aan geven. Ook mijn bedrijf kwam deze week met annonceringen over de nieuwe generatie converged oplossingen. Inclusief een referentie-architectuur voor onze partners om daarmee klantgerichte bouwstenen te kunnen leveren.

Datacenters zijn naast elektriciteitscentrales, de basis van onze samenleving geworden. Deze twee fundamentele componenten waren ooit groot en speciaal, maar dat is aan het veranderen. In de elektriciteitswereld zien we de decentralisatie en federatie naar kleinere en fluctuerende energiesystemen als zonne-energie, getijdencentrales en windmolens. Ook datacenters zullen als kleinere componenten – verspreid over het land en de wereld – nodig zijn om zowel de kernen van smart grids te zijn of deze te ondersteunen. Jeremy Rifkin benoemde deze integratie van informatie- en energie-netwerken al in zijn boek ‘De derde industriële revolutie’ die in mijn ogen zo’n beetje in 2010 is gestart.

De convergentie naar datacenterbouwstenen en zelfs kant-en-klare datacenters is dus een logische ontwikkeling, die past in veel groter geheel. Daarom zijn alle annonceringen over steeds meer gestandaardiseerde en geïntegreerde bouwstenen vanzelfsprekend. We laten het ouderwetse, hobbyistisch zelfgebouwde datacenter langzaam achter ons. Gebruiksklare systemen, klein en groot zijn volop direct leverbaar en maken uiteindelijk de weg vrij voor het werkelijke software defined data center. Het kant-en klare datacenter is realiteit aan het worden.

Door: Hans Timmerman, cto EMC Nederland

Trend Micro BW BN week 10-11-13-14-2024 Copaco | BW 25 maart tm 31 maart 2024
Trend Micro BW BN week 10-11-13-14-2024

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!