VCE brengt SDDC echt dichterbij

Bij converged systems geldt vaak de waarschuwing dat het geen ‘oplossing in een doos is’, maar dat je er toch nog veel aan moet sleutelen om applicaties naar behoren te laten draaien. Alleen VCE pakt het anders aan; die brengt het Software Defined Datacenter echt dichterbij. Nigel Moulton, de Emea-CTO van VCE, is druk doende zijn resellernetwerk uit te breiden.

De geschiedenis van VCE begint in 2009 als EMC, Cisco en VMware de koppen bij elkaar steken. Zij richten de joint venture VCE op; een bedrijf dat als doel had compute, netwerk en storage in één systeem onder te brengen. Dit gebeurde in de begindagen van converged systems. Het voordeel van de samenwerking was dat VCE toegang had tot de geheimen van de Nexus-switches en het Unified Computing System van Cisco. En natuurlijk tot de keuken van VMware. Die technologie zit van nature ingebakken in de Vblocks van VCE. De joint venture was aangegaan voor vijf jaar. De samenwerking was zo succesvol dat in 2014 EMC 80 procent van de aandelen verwierf en de twee andere bedrijven 10 procent. Tegenwoordig is VCE een volle dochter van EMC en maakt onderdeel uit van de bedrijvengroep van deze storage-leverancier. Inmiddels is EMC gekocht door Dell. De verwachting is dat deze overname weinig effect heeft op de zelfstandig opererende dochterbedrijven van EMC.
“De uitdaging was een systeem te maken dat niet steeds opnieuw geconfigureerd moet worden als de componenten van één van de samenstellende leveranciers wijzigen. Bovendien wil je een eenduidige testomgeving hebben; ook die wil je niet verdeeld zien over meerdere fabrikanten. Vandaar dat we alles in eigen hand hebben opgebouwd. Wij testen alles zelf. We ontwikkelen zelf de software. We hebben tachtig ontwikkelaars in dienst die VCE Vision Intelligent Operations maken, onze beheersoftware”, vertelt Moulton.

Geen kookboek

Er zijn tegenwoordig meerder converged systemen op de markt. IBM heeft zijn PureSystems, HP zijn Converged Systems, Dell zijn Active Infrastructure, Oracle zijn Engineered Systems, Cisco/NetApp hun FlexPod, IBM en Cisco hun VersaStack, en Hitachi en Fujitsu bewegen zich ook actief op deze markt.
“De converged systemen”, zo legt Moulton uit, “zijn een samenspel van onderdelen van diverse fabrikanten. Bij een bedrijf worden natuurlijk altijd systemen van meerdere fabrikanten samengevoegd en geconfigureerd; op elkaar afgestemd. Het voordeel van een converged systeem is dat de leveranciers er een kookboek bij leveren: als je zus en zo alles in elkaar zet, dan garanderen de fabrikanten dat alles goed loopt, want dat hebben ze onderling zo afgesproken. Toch duurt het wel een paar dagen voordat het systeem is geïnstalleerd. En als zich één ding wijzigt bij één van de onderdelen, dan klopt de receptuur niet meer en moet je weer zelf gaan koken.”
Dat is met de Vblock niet het geval. “Wij zijn ook begonnen met een referentie-architectuur. Om erachter te komen dat zoiets niet goed werkt. De Vblock is geen kookboek. Het is één geïntegreerd systeem, waarvan wij – of onze partners - het onderhoud doen. Wij zorgen voor updates, patches, enzovoorts. Als je nu een Vblock koopt, en na achttien maanden nog een, dan zorgt onze software ervoor dat ze naadloos met elkaar kunnen samenwerken. Wij publiceren elke keer de Release Certification Matrix. Dat is openbaar; iedereen kan dat raadplegen om de systemen op orde te houden. Als iemand wil upgraden, dan geven we alle code en vertellen we welke stappen moeten worden gezet.”

Partners

VCE heeft inmiddels zijn vleugels uitgeslagen. Het Europese hoofdkantoor zit in Ierland. Sinds kort is er ook een vestiging in Amsterdam. De onderneming breidt nog steeds uit.
Hoewel VCE veel in eigen hand houdt, en daarmee kan garanderen dat de systemen doen wat ze moeten doen, werkt het bedrijf nauw samen met resellers; in Nederland bijvoorbeeld Dimension Data. De analistengroep Info~Tech stelt in zijn rapport over converged systemen dat een lastig punt voor VCE is dat hun resellers gecertificeerd dienen te zijn op VMware, Cisco en EMC. Maar veel resellers hebben die kennis in huis. “We hebben tegenwoordig zelfs 1500 VCE certified engineers wereldwijd”, zegt Moulton. In Nederland zijn bijvoorbeeld Dimension Data en Telindus Vblocks-reseller.
Info~Tech schaalt IBM, HP en Dell bij de ‘champions’, het rechter-boven kwadrant. VCE zit als enige in het innovators-kwadrant.
Moulton geeft aan nog druk doende te zijn het partnerkanaal uit te breiden. Zij kunnen, met VCE in de achterwacht, ook de Vblocks beheren en aanpassen als dat nodig is, bijvoorbeeld hoe je Vsphere moet upgraden.

Eigen cloud

De Vblock is sinds 2011 op de markt. Hoewel de onderneming een eigen fabriek heeft, en de klant een metalen kast met inhoud krijgt, is de software (Vision IO) een bijzonder belangrijke component. Die maakt dat het totale systeem is te configureren en te managen. “Eigenlijk is het een software defined datacenter. Wij hebben klanten die er hun eigen private cloud op draaien. Vooral financiële instellingen willen hun eigen infrastructuur regelen. Dat kan met de Vblock. Gebleken is dat organisaties met een V-block (die overigens heel veel smaken telt) goed kunnen concurreren met de grote cloud providers. Prijstechnisch is er nauwelijks verschil. In sommige gevallen zijn ze zelfs goedkoper.

Als we het dan toch over kosten hebben, hoe valt de vergelijking uit met bijvoorbeeld FlexPod en VersaStack? Zonder aarzelen zegt Moulton dat de Vblocks beduidend goedkoper uitvalt. Hij heeft het dan over de total cost of ownership. “Wij testen bijvoorbeeld zelf de systemen, compleet met de workload die erop moet gaan draaien. Bij de ‘recepten-infrastructuur’ moet je de testen altijd nog zelf laten doen.”
VCE is veelal terug te vinden in de sectoren financiële instellingen, gezondheidszorg, lagere overheden, retail, gas & olie, en onderwijs.

Door: Teus Molenaar