‘Amerikaanse techbedrijven vertragen Europese opsporingsinstanties’

Amerikaanse techbedrijven werken lang niet altijd mee aan onderzoeken van Europese politie- en opsporingsinstanties. In veel gevallen zouden de bedrijven maar moeilijk willen meewerken aan dataverzoeken. De diensten willen dan ook dat Amerikaanse bedrijven sneller gaan reageren op hun dataverzoeken.

Dit stellen Europese functionarissen tegenover The Wall Street Journal. Onder andere in het onderzoek naar de terroristische aanslagen in Parijs zouden opsporingsinstanties tegen techbedrijven zijn aangelopen die niet wilden meewerken. Als voorbeeld wordt een incident genoemd waarbij online berichten verschenen over nieuwe aanslagen in Brussel. Belgische opsporingsinstanties vroegen hierop data op bij verschillende Amerikaanse bedrijven, maar kregen hierbij veel weerstand.

Gebruiker informeren
Zo wilde één bedrijf alleen meewerken indien de betrokken gebruiker mocht hiervoor zou worden geïnformeerd. De Belgische autoriteiten gingen hiermee niet akkoord, waarna het bedrijf weigerde de data beschikbaar te stellen. Uiteindelijk kregen de Belgen de data pas in handen nadat het Amerikaanse ministerie van Justitie tussenbeide kwam.

Amerikaanse wetgeving zou een deel van het probleem zijn. Deze wetgeving stelt dat Amerikaanse bedrijven uitsluitend privacy gerelateerde data mogen verstrekken uit buitenlandse opsporingsinstanties indien hiervoor eerst diplomatiek overleg is geweest. Dit proces werkt traag, en biedt dan ook geen ruimte snel data op te vragen. De Europese functionarissen willen dan ook dat de Amerikaanse wet wordt aangepast om een snellere afhandeling van dataverzoeken mogelijk te maken.