Redactie - 10 juni 2016

Digitale oorlogsvoering

Elke vijftig jaar zien we op de golven in de economie (de Kondratiev golf) dat nieuwe techniek zijn stempel drukt op een nieuwe maatschappij. Dit gaat al eeuwen voort, zo was in 1915 elektriciteit de vervanger van gaslicht en bracht vrouwenkiesrecht de basis voor de moderne democratie. In 1965 was elektronica de basis voor onze technische ontwikkeling in de afgelopen vijftig jaar, kwamen auto en vliegtuig binnen bereik van de consument, ontzuilde onze samenleving en veranderde onze manier van leven enorm.

Wezenlijke veranderingen
Ook nu – vijftig jaar later – staan we weer op een moment in de geschiedenis dat de maatschappij wezenlijk zal veranderen op basis van de technologie die we de afgelopen 25 jaar hebben ontwikkeld. En de afgelopen tien jaar via een enorme innovatiegolf beschikbaar is gekomen. Internet, cloud, sociale media, nanotechnologie, dna-modificatie en 3D-printing zijn enkele van de technieken die totaal nieuwe mogelijkheden geven onze maatschappij in te richten. Ouder worden, gezonder blijven, levenslang leren en een schonere maatschappij dagen ons uit om die techniek op inventieve wijze te gaan toepassen en uit te bouwen.

Dat geldt ook voor de manier hoe we als land vrede en veiligheid vorm kunnen en moeten geven. We hebben de periode verlaten van koude oorlog en de daarbij behorende, los van elkaar, samenwerkende landen en krijgsmachten. We zijn de informatiemaatschappij binnengetreden. Ook defensie is een informatiebedrijf geworden en wapensystemen zijn dataverwerkende en soms al zelfstandige eenheden geworden, die – zoals drones – op afstand kunnen worden ingezet. Dat vraagt aanpassingen in de informatie-infrastructuur om deze ontwikkeling op adequate wijze de komende decennia te kunnen blijven ondersteunen.

Leidt of volgt Defensie?
Tot vijftig jaar geleden liep defensie voorop in de ontwikkeling en toepassing van nieuwe techniek. Het bedrijfsleven volgde vijf à tien jaar later en de consument vervolgens weer vijf à tien jaar later. De afgelopen decennia is die volgorde omgekeerd. De consumentenelektronica heeft zich dusdanig ontwikkeld, dat de consument tegenwoordig voorop loopt wat betreft toepassing van nieuwe techniek. Het bedrijfsleven volgt daar vijf tot zelfs tien jaar later op en we moeten constateren dat overheden – en dus ook defensieorganisaties – daar weer achteraan lopen.

Elke burger kan tegenwoordig met elke burger ter wereld veilig communiceren; denk aan hoe WhatsApp individuele end-to-end encryptie toepast. Denk aan de zaak tussen Apple en de FBI waarbij gebruikersdata door encryptie niet meer van de communicatieapparatuur te achterhalen valt. Gegeven deze beschikbare techniek zou ook elke soldaat met elke andere soldaat ter wereld volkomen veilig kunnen communiceren. En zou ons Ministerie van Defensie data met elke andere defensieorganisatie veilig en betrouwbaar moeten kunnen uitwisselen. Toch kan Defensie dat op dit moment niet of onvoldoende. Terwijl de wens om als landen intensiever defensief samen te werken duidelijk aanwezig is.

Remmende voorsprong
Het is de wet van de remmende voorsprong die Defensie jarenlang in een houdgreep heeft gehouden. We dachten dat na de val van de Berlijnse muur in 1989 een golf van vrede over de wereld zou rollen, die onze defensie veel minder noodzakelijk zou maken. Helaas blijkt die verwachting nu – 25 jaar later – minder realistisch te zijn. Door bezuinigingen en minder focus op modernisering is onze defensieorganisatie op achterstand geraakt.

Daarom is het nu interessant om op basis van moderne consumentenoplossingen een nieuwe militaire infrastructuur in te richten, in plaats van de oude wijze van specifiek voor Defensie ontwikkelde, en dus dure communicatiesystemen. Een hele andere kijk op hoe de informatiehuishouding van een van oudsher gesloten en specifiek beveiligde organisatie kan worden ingericht.

Dit stelt defensieorganisaties wereldwijd voor interessante uitdagingen. Als moderne consumenteninfrastructuren al een zeer veilige en schaalbare basisinfrastructuur vormen, waarom dan voor Defensie er een aparte tweede naast bouwen? Waarom niet de mogelijkheden van de huidige software-defined datacenters gebruiken en met wat extra software de specifieke defensie-eisen aan de eigen toepassingen toevoegen? Waarom niet smartphones en tablets in het veld inzetten, voorzien van specifieke apps die allerhande informatiediensten leveren? Van onderhoudsinformatie tot specifieke taken, van ‘situational awareness’ tot big data ondersteuning en van zelfontwikkelde apps om oefeningen en zelfs missies mee te ondersteunen, tot aan veilige chat-functies toe.

Uitdaging
Er ligt een uitdaging voor onze defensieorganisatie om voor de vernieuwing van hun informatie-infrastructuur te kiezen voor het consumentenmodel. De techniek is bewezen aanwezig en de op cloud-standaarden gebaseerde infrastructuur is schaalbaar en veilig in te zetten in eigen private clouds of in hybride clouds bij partners. De basis infrastructuur – IaaS: Infrastructuur als een Service – wordt steeds meer op basis van generieke bouwstenen opgebouwd, het wordt een utility die steeds minder vendor-lock-in toelaat. Daarboven zien we platformen als een service ontstaan die steeds meer op basis van Open Source worden ingericht. Ook een ontwikkeling die minder vendor-lock-in oplevert.

Weggooi hardware en software
Kortom, het wordt mogelijk een basisinfrastructuur in te richten die super redundant kan zijn: deels in de eigen bunkers en datacenters (als het écht veilig moet), deels bij partners in hun beveiligde datacenters (als het normaal veilig moet) en wellicht zelf deels in meer publieke omgevingen, als er geen bijzondere veiligheidseisen zijn. Deze redundantie kan in tijden van spanning of zelfs oorlog de continuïteit en beschikbaarheid zelfs vergroten omdat er veel meer uitwijkmogelijkheden zijn als er werkelijk delen van de infrastructuur uitvallen.

Daarnaast zijn consumentenoplossingen goedkoop in relatie met ‘normale’, specifiek voor Defensie ontwikkelde systemen. Weggooiapparatuur waar zelfs weggooi-software op kan worden ontwikkeld, snel en eenvoudig met een hele hoge flexibiliteit om onze weerbaarheid in spannende situaties toch redundant en snel wijzigbaar te houden.

Defensie als een Service
Ik spreek weleens over DaaS: Defensie als een Service. Het snel en betrouwbaar kunnen ontwikkelen en uitrollen van defensiediensten om onze veiligheid snel, betrouwbaar en flexibel te ondersteunen en missies te kunnen uitvoeren. Een dienstenmodel waar de hard- en software niet als investeringen maar als dienst worden afgenomen van een coalitie van marktpartijen die in tijden van vrede commercieel concurrerend kunnen zijn, maar in noodsituaties – naast de deels eigen capaciteit – redundant via vele kanalen in te zetten zijn. Ik zou het als minister van Defensie wel weten als ik zou moeten beslissen over de modernisering van de informatie-infrastructuur. Door voor de consumentenoplossing te kiezen, kun je opeens voor consumenten prijzen tien tot twintig jaar voorop lopen in de defensiewereld. Dat extra laagje bijzondere veiligheid programmeer je er wel bovenop…

Veel defensieorganisaties – wereldwijd – zien en onderzoeken deze interessante optie. Het zou van lef getuigen als Nederland zo’n stap zou durven zetten, van remmende voorsprong naar leap-frogging, een sprong voorwaarts die ons de komende decennia weer zo’n fijne voorsprong zou geven. Net zoals de sprong in modernisering die defensie in de jaren zestig en zeventig ook maakte. Zijn we straks ook daar weer bij de tijd.

Door: Hans Timmerman, cto EMC Nederland

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!