De digitale florijn
Afgelopen week was ik betrokken in een interessante discussie over euro, bitcoins en het idee voor de herintroductie van de gulden, maar dan in digitale vorm. ‘Back to the Future’ zou je kunnen zeggen. Het europroject loopt niet zo succesvol als velen dachten toen op 1 januari 1999 de euro werd geïntroduceerd. Enkele jaren daarvoor – in 1997 – werd door de redactie van Computable al nagedacht over het invoeren van een digitale euro voor online betalingen.
Vòòr onze Euro hadden we de ECU, de European Currency Unit, de Europese rekeneenheid die het gemiddelde was van het (economische) aandeel van alle munten in Europa. De ECU was gemiddeld 2,35 Nederlandse gulden waard, een hogere waarde dan de Euro-introductie koers van 2,20 NLG. Sommigen zeggen ook wel dat we onze gulden veel te goedkoop in de Euro hebben laten overgaan dat ons daarmee veel spaar-en pensioenwaarde heeft gekost.
Digitaal geld
Met de komst van de bitcoin werd duidelijk dat op basis van de Blockchain-techniek – een gedistribueerde database die een keten van transacties vastlegt – digitale munten een serieuze mogelijkheid zijn geworden. Een land als Estonia heeft zijn maatschappij reeds flink gedigitaliseerd en noemt zich ook wel E-stonia. Het heeft naast een fysiek burgerschap ook een elektronisch burgerschap geïntroduceerd, dat iedereen in de wereld kan aanvragen. En heeft laatst een Proof of Concept met de nieuwe blockchain-techniek gedaan om met een e-voting systeem de aandelenbeurs te digitaliseren.
Estonia behoort tot een kleine groep van landen die serieus naar een formeel digitaal betaalmiddel kijken, gebaseerd op de blockchain-techniek. Ook de Nederlandse Bank kijkt wat het bitcoin concept voor de toekomst van digitaal geld kan betekenen. Zij noemt in haar jaarverslag het ontwikkelde prototype ‘DNBCoin’. Een beetje fantasieloze naam lijkt mij voor een nieuwe Nederlandse digitale munt.
Een nieuwe gulden
De 32-jarige Amsterdammer Rijk Plasman ontwikkelde twee jaar geleden een nieuwe, op bitcoin gebaseerde, digitale munt en noemde het de Gulden. De Gulden is op Internet door gebruikers vrij te kopen en verkopen, zonder tussenkomst van banken. Intussen zijn er ruim 20.000 gebruikers en worden er al tientallen miljoenen digitale Guldens verhandeld.
Het probleem van dit soort initiatieven is dat de Centrale Bank zich voor een dergelijke geldeenheid niet garant stelt en de koers derhalve stevig fluctueert. Tientallen tot zelfs honderden procenten variatie zijn geen uitzondering, ook niet voor de wereldwijd bekende bitcoin. Sinds begin 2016 is de bitcoin (weer) gestegen van $400 tot $1350, op die wijze is het eerder een belegging dan een munt of betaalmiddel. Sommigen voorspellen zelfs een waarde van $3000 of meer tegen het einde van het jaar.
Nationale digitale munt
Anders wordt het als een land zelf zijn munt een digitale versie geeft. De Zuid Afrikaanse Reserve Bank (Sarb) bestudeert het uitgeven van een eigen digitale munt gebaseerd op de blockchain of DLT (Distributed Ledger Technology). De centrale bank bestudeert wat momenteel in andere landen gebeurt en denkt dat een werkelijk digitaal betaalmiddel grote voordelen kan hebben voor het land.
Alleen Tunesië claimt dat het een echte digitale munt in omloop heeft, de eDinar. Senegal zal later dit jaar een eigen digitale munt uitrollen, de eCFA. In Zweden heeft de Centrale Bank plannen voor de eKrona en ook de Centrale Bank in de UK is hier serieus mee bezig. Kortom, digitale munten staan op het punt serieuze betaalmiddelen te worden, zeker als centrale banken hun waarde gaan steunen.
Probleem van de Euro
In een artikel in het NRC ‘De euro is het probleem van Europa’, werd auteur Joseph Stiglitz geïnterviewd over zijn laatste, zeer sombere boek over de euro. Zoals hij stelt, is de keus voor Europa: òf dramatisch hervormen òf de euro ontmantelen. Dus de eurozone moet schulden van landen onderling verdelen en nauwer samenwerken, zoals in de US, of de muntunie moet worden ontmanteld. Een muntunie met blijvend grote verschillen tussen landen is tot mislukken gedoemd.
De verschillen tussen de noordelijke en zuidelijke landen zijn economisch (en politiek) zo groot, dat het lastig lijkt die verschillen ooit te overbruggen. Het scenario van Stiglitz is dat de noordelijke landen onder leiding van Duitsland uit de muntunie treden en een eigen noordelijke euro beginnen. Het voordeel is dat de waarde van de zuidelijke euro dan kan dalen, waardoor hun producten goedkoper worden, ze concurrerender kunnen worden en de landen weer kunnen gaan groeien.
Back to the Future
De discussie die ik aan het begin van deze blog memoreerde, ging over het idee of het mogelijk zou zijn dat de Centrale Banken deze splitsing niet met de fysieke euro zouden doen maar met eigen digitale munteenheden. Gebaseerd op de oude munten als de Gulden, de Mark en de Frank. Dan zou de Euro als ‘Europees’ chartaal betaalmiddel gewoon blijven bestaan, net zoals een Dollar of een Yen, maar elk land terug naar een eigen ‘digitale’, slechts girale nationale munt.
Als ik in Curaçao ben, kan ik in Antilliaanse Guldens of in Dollars betalen. Beide munten zijn daar ruim in omloop. Stel dat we in ons land alle girale betalingen in digitale Guldens zouden gaan verrichten, van salaris tot belasting, van nationaal inkomen tot pensioen en uitkering en onze begroting daar ook op inrichten. Dan verandert er eigenlijk weinig. Onze nationale munt heeft een vaste koers ten opzichte van de Euro en voor cash geld gebruikt men nog steeds de Euro als betaalmiddel.
Maar alle andere landen in Europa kunnen dat ook: een digitale Lire, een digitale Peseta en een digitale Drachme. Allemaal gekoppeld aan de Euro met één groot voordeel: per land kan men de koers van de eigen digitale valuta aanpassen. Devalueren als men de economie moet aanjagen, revaluatie als men de economie wil afremmen. Op die wijze leidt de Euro niet meer naar een echte muntunie, maar blijft wel een monetair Europees betaalmiddel, vergelijkbaar met de oude ECU. De oude betaalmiddelen zijn weer onze nationale valuta geworden, maar nu in digitale vorm.
Digitale Nationale munten
Zweden zou wel eens het eerste Europese land kunnen zijn dat een Nationale digitale munt introduceert, de eKrona. We gebruiken steeds minder papiergeld, steeds meer betalingen worden digitaal. In Zweden is – net als in Nederland – het gebruik van contant geld sinds 2009 met 40% gedaald. Volgens de Riksbank zal het nieuwe digitale betaalmiddel eerder een complementair betaalmiddel worden dan een vervanging voor cash. Zolang er nog vraag naar biljetten en munten blijft, zullen die worden geleverd. De EU wil ook het contante geld al vergaand minimaliseren, maar meer om anti-fraude redenen.
Wellicht is het een onderzoek waard om te zien of een eigen ‘Digitale Florijn’ (DFL), samen met al onze Europese broeders en zusters, de tussenoplossing kan zijn voor het Europese Euro-dilemma. We transformeren digitaal al zo veel, daar kan onze munt ook nog wel bij…
Door: Hans Timmerman, CTO Dell EMC Nederland