Redactie - 15 augustus 2017

Ons digitale Oppenheimer-moment

Ons digitale Oppenheimer-moment image

Laatst las ik het verhaal over Alan Cooper, de vader van de programmeertaal Visual Basic. Alan was een highschool drop-out die in de hippietijd door toeval in aanraking kwam met programmeren. Vanuit zijn interesse in architectuur, werd zijn interesse gewekt door de vrij platte en onbeholpen programmatuur van bestaande operating systemen, waardoor hardware en software sterk met elkaar verbonden waren en bleven. Dit leverde geen enkele vorm van flexibiliteit of efficiency. Hij had het idee dat het beter kon.

Met een vriend richtte hij in 1975 het bedrijf Structured Systems Group (SSG) op. Noodgedwongen richtten ze zich op software-ontwikkeling, omdat ze door geldgebrek geen hardware konden aanschaffen. Geen enkel zichzelf respecterend bedrijf deed dat in die tijd. Ook hadden ze contact met professor Gary Kindal van de Naval Postgraduate-school in Montery in Californië, die een nieuw OS had geschreven: CP/M, Control Program for Microprocessors

Applicatie Program Interface

Het operating system CP/M maakte voor het eerst een scheiding tussen de BIOS (Basis Input and Output Systeem) en de BDOS (Basis Disk Operating System). De eerste was hardware-afhankelijk en de tweede niet. Een revolutie in het denken in architecturen. Het was het begin van de Application Program Interface. Een eerste scheiding tussen de hardware en de software. Hoewel achteraf CP/M in de vergetelheid raakte, was het wel de basis om in nieuwe architecturen te denken.

Allen en zijn partner kochten dit OS van hem als basis voor hun verdere software-ontwikkeling. SSG werd het eerste bedrijf dat software voor microcomputers ging verkopen. Aardig om te weten dat de technische innovatie van Gary Kindal ook door Bill Gates werd opgemerkt. En de basis werd voor PC-DOS voor IBM’s personal computer en het latere MS-DOS.

PC DOS en MS DOS

IBM lanceerde in 1981 de PC waarvoor Microsoft de software zou leveren. Bill Gates besloot dat niet zelf te schrijven maar kocht QDOS, een van CP/M afgeleid Quick and Dirty Operating System voor 50.000 dollar. Microsoft paste het aan aan de wensen van IBM en PC-DOS was geboren. Microsoft had bij IBM bedongen dat ze dat ook onder eigen naam als MS-DOS mochten verkopen aan klonen van de IBM PC. De uiteindelijke basis voor het succes van Microsoft.

SSG was nog steeds gefascineerd door de uitdaging dat programmeren makkelijker kon. Alan Cooper kwam op het pad van de human-computer interface (HCI) en begon te denken hoe men makkelijker software kon ontwikkelen. Software werd normaal geschreven in BASIC of een van de vele varianten die daarvan op de markt waren. Ook MS DOS vond hij maar een ‘lastig en lelijk geschreven’ programma dat veel beter moest kunnen.

Virtual basic

Deze onvrede, zijn interesse in human-computer interfaces en zijn achtergrond van het kunnen denken in architecturen leidde tot het denken in ‘construction kits’: bouwstenen en  gereedschapskisten. Het begin van het denken in visuele programmeeroplossingen. Hij ontwikkelde software gebaseerde drukknoppen die een programma konden starten. Radio-knoppen, check-boxes en alle andere zaken die we heden ten dage tegenkomen in onze applicaties.

Door deze bouwstenen aan elkaar te koppelen, werden snel nieuwe programma’s gecreëerd. En door deze bouwstenen visueel op een palet beschikbaar te maken, konden ontwerpers snel functies aan elkaar koppelen. Het was een eenvoudige taal met een simpele syntax. Toen Cooper zijn nieuwe idee aan Adobe, Lotus en anderen demonstreerde, wilde niemand het hebben, want het zou hen in concurrentie met Microsoft brengen. Toen Alan eindelijk Microsoft benaderde, zei men na vijf minuten al dat Bill Gates dit moest zien. Waarna eigenlijk de geboorte van Visual Basic een feit was en de basis voor Windows 3.x werd.

Pendulum

Volgens Alan Cooper slingert de IT-industrie continu heen en weer tussen diversiteit en uitvindingen versus consolidatie en contractie. In de jaren zeventig was het lastig om commercieel succesvolle software te bouwen en pas toen MS-DOS en de IBM PC kwamen, ontstond er een enorme commerciële ontwikkeling met bijbehorende consolidatie. Er kwamen jarenlang stabiele platformen maar de diversiteit en creativiteit verdwenen.

Met de komst van het World Wide Web ontstond er rond 2000 weer een explosie van diversiteit en creativiteit die de stabiliteit die we kenden omver wierp. De eerste browsers waren lelijk en onhandig, maar de verbeteringen en aanpassingen geweldig. Er ontstond tien jaar later weer consolidatie en er ontstonden grote, standaard cloudplatformen. Er ontstond wederom een enorme commerciële ontwikkeling met bijbehorende consolidatie. Goed voor de stabiliteit maar slecht voor de diversiteit.

Het Oppenheimer-moment

Volgens Alan leven we momenteel in het Oppenheimer-moment. Robert Oppenheimer was de man die in 1940 van president Roosevelt de opdracht kreeg het Manhattan-project te leiden, dat uiteindelijk de atoombom realiseerde. Dit stelde de mensheid in staat enorme krachten vrij te maken, waarmee de VS in 1945 de Tweede Wereldoorlog konden winnen. Maar toen Oppenheimer de eerste echte explosies van de atoombom zag, was hij in shock en vroeg zich af of dat nu werkelijk was wat we als mensheid hadden willen realiseren. Is dit een werkelijk toegevoegde waarde voor de mensheid?

Op dit moment is het internet een groot succes en ‘software is eating the world’. Maar net als Oppenheimer beseffen we nu opeens dat de Russen overal kunnen binnendringen, de Chinezen ons overal kunnen volgen, hackers onze data kunnen gijzelen en dieven onze digitale bezittingen kunnen stelen. Dit is ons ‘digitale Oppenheimer-moment’: is dit het internet dat wat we oorspronkelijk hadden willen realiseren? Hebben we met het wereldwijde internet in feite een oncontroleerbare supermacht gecreëerd die we niet meer in bedwang kunnen houden?

Nieuwe creativiteit

De conclusie van het beslist lezenswaardige artikel is dat onze programmeertalen de afgelopen veertig jaar fundamenteel weinig zijn veranderd. Iedereen gebruikt kopieën en voorbeelden van anderen, maar echt fundamenteel anders zijn ze geen van allen. Soms komen we bugs tegen die al twintig of dertig jaar bestaan en die niemand ooit ontdekt heeft. Omdat we steeds elkaars code gebruiken en kopiëren. Niemand heeft ooit de historische kernels herschreven, dat wreekt zich nu.

Tijd voor creativiteit en nieuwe diversiteit. De slinger van IT beweegt weer de andere kant op. “Waarom is er geen programmataal die mij vertelt wat een social media-applicatie in seconden over mij te weten komt? En mij vertelt hoe een hacker mij probeert te benaderen? Waarom kan ik daarover niet in enkele minuten een 3D-graphic creëren? En waarom ben ik niet inmiddels beschermd tegen de gevaren van het wereldwijde web?”

Kortom: we treden momenteel een periode binnen met enorme uitdagingen, nieuwe creativiteit en ontdekkingen, enorme diversiteit en vele onzekerheden. Maar met de belofte dat die slinger uiteindelijk weer terug slingert naar nieuwe stabiliteit. Ooit.

Door: Hans Timmerman, CTO Dell EMC Nederland

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!