Europese Commissie daagt Nederland voor rechter wegens niet implementeren breedbandwet

De Europese Commissie neemt stappen tegen Nederland en Bulgarije aangezien de landen een richtlijn voor de verlaging van de kosten voor de aanleg van breedbandinfrastructuur niet tijdig hebben omgezet in nationale wetgeving. Zowel Nederland als Bulgarije worden door de commissie voor het Europees Hof van Justitie gedaagd.

Het gaat om een richtlijn die als doel heeft de kosten voor breedband te verlagen en de aanleg van nieuwe fysieke infrastructuur efficiënter te maken, zodat netwerken goedkoper kunnen worden aangelegd. Met de richtlijn wil de Europese Commissie de samenwerking tussen verschillende sectoren stimuleren en synergie-effecten tot stand brengen. Civieltechnische werkzaamheden, zoals het opbreken van straten om breedband met hoge snelheid aan te leggen, maken tot 80 % uit van de kosten voor de aanleg van breedbandnetwerken.

Dwangsom

De Commissie vraagt het Hof een dwangsom van €87.091.20 per dag op te leggen aan Nederland en een dwangsom van €22.226.40 per dag aan Bulgarije. De inbreukprocedure tegen deze landen is in maart 2016 ingeleid. Tot dusver hebben Nederland en Bulgarije de Commissie echter niet in kennis gesteld van alle nodige maatregelen tot omzetting van de richtlijn in nationaal recht.

In juli 2017 heeft de Commissie besloten om België en Slowakije voor het Hof van Justitie te dagen voor de vertraging die is opgelopen bij het omzetten van de richtlijn betreffende de verlaging van de kosten voor breedband. Ook liepen zaken tegen Oostenrijk en Luxemburg. Deze laatste twee zaken zijn nu gesloten, aangezien beide landen de richtlijn hebben omgezet in nationale wetgeving. Officieel hadden EU-lidstaten tot 1 januari 2016 de tijd de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving.