Verdediging tegen DDoS-aanvallen is gebaat bij meer samenwerking

De DDoS aanvallen in het weekend van 27 januari jl. en de dagen daarna hielden de gemoederen flink bezig. De hinder door deze aanvallen was waarschijnlijk minder geweest indien beter was samengewerkt. Dit stelt Michiel Steltman, directeur van Stichting Digitale Infrastructuur Nederland (DINL).

Direct na de aanvallen was in de media van alles te lezen en te zien: de aanvallen zouden zijn gepleegd door een botnet en er werd daarom opgeroepen om fabrikanten van onveilige IoT apparaten te gaan beboeten. Ook werd gesuggereerd dat de Russen achter de aanvallen zaten als reactie op de onthullingen eerder in januari dat Nederlandse veiligheidsdiensten succesvol een Russische operatie om de Amerikaanse presidentsverkiezingen te beïnvloeden hadden geïnfiltreerd. Het bleek uiteindelijk om een 18 jarige vandaal te gaan. Nog niet duidelijk is of er, zoals de NCTV Dick Schoof suggereerde, op hetzelfde moment inderdaad ook andere aanvallen met een nieuwe, onbekende methode werden gepleegd.

De vraag of de getroffen instanties deze aanvallen sneller hadden kunnen afslaan werd bijna niet gesteld. Het lijkt waarschijnlijk dat de DDoS aanvallen minder hinder hadden gegeven als er beter was samengewerkt. Want de sites die in die periode werden beschermd door de Nationale Wasstraat van NBIP, doorstonden de aanvallen goed. Steltman legt aan BNR nieuwsradio uit welke mogelijkheden de digitale infrastructuursector heeft ontwikkeld om effectiever DDoS aanvallen af te slaan. Het fragment is hier te beluisteren.