AP: 'Gebruik van persoonsgegevens voor direct marketing vereist meestal toestemming nodig'

Indien een organisatie persoonsgegevens als namen, adressen en geboortedata wil verzamelen en gebruiken voor direct marketing? Dan is hiervoor in de meeste gevallen toestemming nodig van de persoon van wie gegevens worden verzameld.

Hierop wijst de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), die meer informatie heeft gepubliceerd over de spelregels rond direct marketing. Met deze informatie wil de toezichthouder duidelijk maken wat de impact is van regels uit de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) op het benaderen van klanten. Deze wetgeving zorgt voor strengere eisen dan de vorige privacywet. Zo moeten mensen vrij zijn in het geven van toestemming en weten waarvoor zij toestemming geven, waarvoor in begrijpelijk taal dient te worden gecommuniceerd.

Wettelijk grondslag

Indien persoonsgegevens worden verzameld die in een later stadium voor direct marketing worden gebruikt, is hiervoor altijd een wettelijke grondslag vereist. De AP noemt als voorbeeld een webwinkel die adresgegevens van een klant in handen krijgt om een pakje te laten thuisbezorgen. Indien de webwinkel deze informatie wil gebruiken voor direct marketing, gelden hier regels voor.

Voorzitter Aleid Wolfsen: "Het kan onbehagelijk zijn als direct marketeers allerlei informatie over je hebben. De AP merkt dat mensen daar vragen over stellen: hoe komen ze aan die gegevens over mij? Voor de AP is de handel in data één van de speerpunten in het toezichtskader voor 2018 en 2019."