Witold Kepinski - 22 juli 2019

Smart Working is vaak gewoon boerenslimheid

De 2200 technologiebedrijven die zijn aangesloten bij FME hebben als geen ander te maken met innovatie, disruptie en digitalisering. Volgens bedrijfsadviseurs Robert Geurts en Johan van Dam van FME hebben ze vooral behoefte aan begeleiding bij de 'zachtere kant' van innovatie: sociale innovatie. “Wij adviseren hoe bedrijven slimmer kunnen werken. Smart Working is geen hogere wiskunde, maar vaak gewoon boerenslimheid. Hoe blijf je wendbaar en aantrekkelijk als organisatie en als medewerker?”

Robert Geurts was ruim twintig jaar HR-manager en adviseert sinds juni 2017 namens werkgeversorganisatie FME bedrijven in de technologiesector. Tijdens het door Dutch IT-channel georganiseerde event Digital Workplace in Haarlem op 26 september zal Geurts samen met Johan van Dam zijn visie geven op Smart Working. “De circa 2200 bij FME aangesloten technologiebedrijven zijn de groeimotor van de Nederlandse economie en hebben hun toegevoegde waarde in innovatie”, vertelt hij. “Wat wij terugkrijgen van onze leden, is dat ze vooral behoefte hebben aan begeleiding als het gaat om de 'zachtere kant' van innovatie: sociale innovatie.”

Samenwerking

Sociale innovatie is een belangrijke voorwaarde voor technologische innovatie. “Hoogleraar strategisch management Henk Volberda heeft aangetoond dat innovatie veel meer succes heeft als technische en sociale innovatie hand-in-hand gaan”, weet Geurts. “Smart Industry vraagt om Smart Working. Wil je technologische vernieuwingen succesvol doorvoeren, dan is ook een andere manier van werken nodig. Een succesvol gebruik van data vergt bijvoorbeeld nieuwe vormen van samenwerking, omdat de benodigde data afkomstig is van verschillende afdelingen, ook buiten de eigen organisatie. Samen met een klant iets ontwikkelen was vroeger ondenkbaar, want dan zag de klant wat er achter de schermen gebeurde. Gelukkig is dat veranderd. Leer van elkaar, durf je kwetsbaar op te stellen en wees soms bereid iets te geven zonder dat je direct iets terugkrijgt. Willen we Nederland 'techproof' maken – en dat is de ambitie van FME – dan moeten bedrijven beter samenwerken in hun productieketen.”

Sociaal innoveren is bovendien hard nodig om jongeren binnen te halen. Geurts: “De 'millennials' willen anders werken, stellen andere eisen. De uitdaging is: hoe blijft een bedrijf in de 'war on talent' die momenteel gaande is, aantrekkelijk voor nieuw personeel? Volgens cijfers van FME heeft de technologische sector de komende twaalf jaar 120 duizend nieuwe mensen nodig. Daarnaast zijn flinke investeringen nodig in de kennis en vaardigheden van zittend personeel.”

“Laat de robots maar komen”

Om succesvol sociaal te innoveren is het volgens Van Dam vooral belangrijk dat medewerkers de autonomie krijgen om op nieuwe technologische ontwikkelingen in te springen. “We hebben ongeveer 2 jaar geleden al onderzoek naar Smart Working gedaan onder ruim zevenduizend medewerkers van onze lidbedrijven. De hoofdvraag was: hoe zie jij de toekomst van je werk, met name wat betreft de digitalisering en alle technische innovaties die eraan komen? Het meest gegeven antwoord was dat mensen er helemaal niet bang voor zijn. De teneur was: 'we zien wel dat het ingewikkelder wordt en dat taken verdwijnen en nieuwe taken ontstaan, maar laat die robots en de verdere digitalisering maar komen'. Maar de respondenten stelden wel een voorwaarde: meer betrokkenheid en autonomie. Medewerkers willen ruimte en tijd om te innoveren: daag ons uit en wij vragen dan wat we nodig hebben.”

Van Dam zal op 26 september uitgebreider op dit onderzoek ingaan, en Geurts ook over het advieswerk dat hij de afgelopen tijd deed bij verschillende FME-bedrijven in dit kader deed. “Daar zitten bedrijven tussen met 35 man personeel, maar ook met 500 medewerkers. Allemaal technologiebedrijven met vragen over sociale innovatie. FME heeft een praktisch stappenplan ontwikkeld: Smart Working in vijf stappen. Het is tegelijkertijd een top-down, maar ook bottom-up benadering. We gaan letterlijk de dialoog aan in een bedrijf, halen de schotten weg en zorgen dat opvattingen meer gedeeld en verbonden worden. Zijn er verschillen, dan schuwen we de discussie niet. Maar het zijn dankbare trajecten, met vrijwel altijd leuke uitkomsten.”

Een onderdeel van het vijfstappenplan is - naast de genoemde benchmark bij medewerkers en groepsinterviews - de 'Smart Working scan'. Geurts: “Het is een soort zelfreflectie, ik noem het altijd ons 'Libelle-testje'. We nemen de scan meestal af bij beslissers, dus bij kernfunctionarissen of mensen in het managementteam. Vergelijken we vervolgens de uitkomsten, dan hebben we al snel een gesprek en wordt duidelijk welke kant we met elkaar op moeten. “Deuken in de spider” worden zichtbaar, bij het leiderschap of bij de ontwikkeling. Of misschien zit er een deuk in hoe we omgaan met elkaar, dus in de bedrijfscultuur? Zulke problemen komen door het gebruik van onze scan en groepsinterviews redelijk snel aan het licht. Het belangrijkste resultaat is dat we technische en sociale innovaties beter kunnen koppelen. De scan staat trouwens op de website van FME, waar iedereen 'm kan invullen.”

Ruimte en autonomie

Technische en sociale innovatie hebben volgens Geurts vaak een wisselwerking. “De tijd is voorbij dat de IT-of R&D-afdeling bepaalde welke tools een organisatie gebruikte. Het gaat er tegenwoordig om waar een organisatie zélf behoefte aan heeft. Wij durven zelfs te beweren: als je eerst sociaal innoveert, dan komen de technische innovaties vanzelf. Medewerkers vragen uit zichzelf om nieuwe technologieën, komen met ideeën en hun ontwikkelbehoefte. Een IT-of HR-afdeling hoeft die alleen nog maar te faciliteren.”

Robert Geurts heeft niet één 'ultieme' methode om een Smart Working model succesvol te implementeren in een bedrijfsvoering. “Maar als je medewerkers voldoende ruimte en autonomie geeft om te experimenteren, dan komen er vanzelf vragen over wat ze nodig hebben aan ontwikkelingsmogelijkheden. Ga daarom altijd de dialoog aan binnen je bedrijf. Je zult merken dat de weerstand die leidinggevenden wellicht van medewerkers verwachten, er eigenlijk helemaal niet is. Iedereen juicht meestal de ontwikkelingen toe. Alleen was je er in de praktijk van alledag misschien nog niet aan toegekomen en liep je op een gegeven moment achter de feiten aan.”

Boerenslim

Voor een cultuurverandering is bovendien geduld en vertrouwen nodig. “Ga de dialoog aan met een zestiger die zegt niet meer aan nieuwe digitale vaardigheden te willen beginnen, terwijl hij wel net de nieuwste iPhone heeft aangeschaft. Je hebt in een organisatie altijd een “oude en een nieuwe lijn” en medewerkers helpen elkaar met oude en nieuwe methoden. De leiding hoeft dat alleen maar te faciliteren. Smart Working is dus geen hogere wiskunde, maar vaak gewoon boerenslimheid. Of het zijn dingen die bij nader inzien al lang gebeurden in je bedrijf en die alleen een klein zetje nodig hebben.”

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!