Redactie - 10 maart 2021

NorthC voorloper duurzame datacenters

NorthC voorloper duurzame datacenters image

De nadruk op energie-efficiëntie bij datacenters is goed, maar het kan altijd beter, vindt Jarno Bloem, COO van NorthC Datacenters. Hij ziet liever ook aandacht voor de uitstoot van koolstofdioxide binnen de totale ‘keten’. “Wij nemen duurzaamheid uiterst serieus. Dan gaat het ook bijvoorbeeld over de herbruikbaarheid van apparatuur en transportbewegingen bij de bouw van een datacenter.”

Power Usage Effectiveness (PUE) is de eenheid die de energiezuinigheid van een datacenter aangeeft: het totale elektriciteitsverbruik, gedeeld door het verbruik van alle apparatuur dat het datacenter benut. Een PUE van 1 is het ideaal: dan is het stroomverbruik versus koeling 100% efficiënt. Er zijn in Nederland datacenters die een PUE-waarde hebben die de 1 naderen.

Bijvoorbeeld doordat de vrijgekomen warmte in het datacenter naar een stadsverwarmingssysteem gaat. Bloem benadrukt dat naast de PUE, de eenheid CUE zijn opgang zou moeten maken om na te gaan hoe duurzaam een datacenter is.

Carbon Usage Effectiveness (CUE) is al in 2010 door de Green Grid via een whitepaper als meeteenheid voorgesteld, maar heeft in Nederland nog maar weinig weerklank gekregen. CUE is de verhouding tussen de totale CO2-uitstoot veroorzaakt door het totale energieverbruik van datacenters en het energieverbruik van IT-apparatuur. Door PUE en CUE te combineren, krijgt een datacenter meer inzicht in hoe duurzaam het opereert. Een stap in de goede richting, meent Bloem. Maar uiteindelijk is er meer nodig en strekt een duurzame werking zich uit tot de keten waarbinnen een datacenter actief is.

Zuinige apparatuur
Bloem volgt de discussie over elektriciteitsverbruik nauwlettend. “Externe datacenter zijn over het algemeen veel energie-efficiënter dan het serverpark dat nog on-premises staat bij bedrijven. Wij gebruiken slechts een vijfde van de elektriciteit die dergelijke systemen nodig hebben. Daarnaast adviseren wij onze klanten ook op het gebied van het gebruik van zuinige apparatuur.”

Daarbij komt dat NorthC (met tien regionale datacenters in Nederland en twee in aanbouw) waar dat mogelijk is restwarmte levert aan stadsverwarmingsprojecten of bedrijvenparken. “Een aantal lokale overheden heeft dit de laatste tijd eenvoudiger gemaakt. Wij hoeven alleen maar de warmte te leveren; de aansluiting en benodigde infrastructuur neemt de organisatie van het warmteproject voor zijn rekening. Wij verdienen er niks aan, maar leveren hiermee wel een bijdrage aan de energietransitie en een duurzamere wereld.

Op dit moment levert NorthC al restwarmte aan de bedrijven op de High Tech Campus in Eindhoven, waar NorthC zelf ook gevestigd is. Maar ook aan een kinderdagverblijf en een zwembad in Aalsmeer. Bloem voert op dit moment gesprekken met de gemeente Rotterdam om dit ook mogelijk te maken op het bedrijventerrein Rotterdam Zestienhoven, waar NorthC een datacenter heeft. “We zoeken de samenwerking proactief op. Dat gebeurt soms ook vanuit de overheid. De datacenterbranche kan hier een belangrijke rol in spelen. Ook op Europees gebied is meer mogelijk. Wat dat betreft zijn we blij dat de Dutch Datacenter Association, waarvan wij onderdeel uitmaken, dit onderwerp actief uitdraagt."

Modulaire bouw
NorthC gaat haar nieuwe datacenters anders bouwen dan voorheen. Namelijk modulair. Dit zijn compacte units waarmee alleen gebouwd wordt wat op dat moment nodig is. “Traditioneel wordt er altijd met een grote overcapaciteit gebouwd. Dat kan ons inziens slimmer.”

NorthC maakt een onderscheid tussen het bouwwerk en de benodigde apparatuur. “De IT-componenten laten we in een container bouwen die we naast het datacenter kunnen plaatsen op het moment dat we die capaciteit nodig hebben. Het voordeel is dat we alles zelf in de hand hebben, en niet afhankelijk zijn van verschillende (onder)aannemers. Ook zijn er veel minder transportbewegingen; lees: minder CO2-uitstoot.”

Aan het einde van de technische levensduur van zo’n container bewijst deze aanpak zich ook. “Die is veel makkelijker te hergebruiken dan wanneer alles binnen een datacenter is opgesteld. Bovendien overleggen wij met de leveranciers van de apparatuur over het gemak waarmee reparaties zijn uit te voeren en of herbruikbaarheid mogelijk is”, voegt Bloem eraan toe.

Onder vergrootglas
Bloem legt alle aspecten van de bouw van een datacenter en het gebruik ervan onder een vergrootglas om alles zo duurzaam mogelijk uit te voeren. De energie-efficiëntie van de UPS’en ligt al op 98 procent. “Daar valt niet veel winst meer te behalen. Maar we zijn wel aan het onderzoeken hoe we slimmer om kunnen gaan met bijvoorbeeld onze generatoren. Kunnen we andere typen brandstof gebruiken en is ons vermogen dan nog wel op maat? Wij testen ze elke maand een keer en al met al zorgt dat uiteraard voor CO2-uitstoot. We houden natuurlijk voortdurend de laatste ontwikkelingen in de gaten.”

Groene stroom vindt Bloem vanzelfsprekend. “Wellicht kunnen we meer wind- en zonne-energie gebruiken. Het probleem is echter dat je geen elektriciteit hebt als het windstil is. En wij bieden onze klanten uiteraard continuïteit. Een nieuwe generatie batterijen kan hier misschien uitkomst bieden. Daar wordt hard aan gewerkt; wij haken aan als dat bedrijfstechnisch mogelijk is.”

Klantvraag
De duurzaamheid van NorthC is niet bedoeld als ‘unique selling point’. “Wij doen dat vanuit onze eigen visie. Ik wil dat ook mijn kinderen in een schone wereld kunnen leven. In onze gesprekken met klanten merken we dat het onderwerp duurzaamheid steeds belangrijker wordt. Bij overheidsklanten staat dit aspect hoog op de agenda. Zij hechten veel waarde aan duurzame inkoop. Uiteindelijk denk ik dat de regelgeving op dit gebied ook verder wordt uitgebreid.”

NorthC pakt dit thema heel breed op. Dat blijkt wel: “Wij streven ernaar dat in 2025 al onze leaseauto’s elektrische auto’s zijn”, geeft Bloem als voorbeeld. “Zo dragen we weer een stukje bij aan de duurzaamheidsdoelstellingen.”

Auteur: Teus Molenaar

Wil jij dagelijkse updates?

Schrijf je dan in voor onze nieuwsbrief!