Arrow: Innovatie begint aan de keukentafel

Het afgelopen jaar hebben veel CIO’s hun organisaties omgevormd van traditionele bedrijven tot een business in de cloud. Om het momentum vast te kunnen houden, stelt Bart van Rheenen, managing director van Arrow’s enterprise computing solution business, voor om te experimenteren met nieuwe technologie. ‘Dat betekent dat wij als Arrow technologie zo tastbaar mogelijk moeten maken voor onze partners en eindklanten.’

In het afgelopen jaar is veel veranderd. Van thuiswerken tot het omarmen van cloud: ineens gooiden organisaties hun gewone gang van zaken op z’n kop en gebruikten ze oplossingen waar ze eerder veel langer over moesten nadenken. Maar nu de wereld weer opengaat en mensen weer naar kantoor gaan, hoopt Bart van Rheenen dat CIO’s die slagvaardigheid en innovatiekracht vast kunnen houden.

Binnen een dag een business in de cloud
‘De wereld is veranderd, we kunnen niet meer terug’, vertelt Van Rheenen. ‘We zien wat het ons brengt als we innoveren en dat momentum moeten we niet loslaten.’ Van Rheenen doelt onder andere op cloudificering: ‘Je kunt servers opspinnen, virtualisatie doorvoeren en containers in een flexibel model afnemen. Een grote organisatie zou zelfs binnen een dag kunnen omschakelen van een traditioneel ingerichte organisatie naar een business in de cloud.’

Maar wat is innovatie eigenlijk? Innovatie is een voorstelling van wat je met de techniek die beschikbaar is kunt maken, aldus van Rheenen. ‘Dat betekent dat partners en CIO’s van eindklanten op de hoogte moeten zijn van de technologische ontwikkeling om het te kunnen benutten. Maar wij hebben als leverancier dan ook de verantwoordelijkheid om te laten zien wat mogelijk is met de technologie.’

Werken met Teams
Zelf hebben ze ook meegemaakt hoe het zich loont als een CIO vooruitloopt op de troepen en bestaande technologie inzet om een vernieuwingsslag door te voeren in de organisatie. ‘Vier jaar geleden besloot onze CIO om Teams voor het hele bedrijf in te zetten. Ik zou nu niet meer weten wat ik zonder Teams moet’, vertelt Van Rheenen. ‘Plus: het is van Microsoft ook een vooruitziende blik geweest om online samenwerken centraal te stellen.’

Eén van de technologieën van Arrow die innovatie faciliteert en partners ondersteunt om eindklanten te helpen met innoveren is ArrowSphere, vertelt Van Rheenen. ‘Daarin vinden partners alle technologieën die beschikbaar zijn om innovatie mee te faciliteren. Bij ons vinden partners meer dan vijftig leveranciers en drie hyperscalers zoals Microsoft, AWS en Alibaba Cloud. Daarmee bieden we eigenlijk een snellere go-to-market van innovatie.’

Technologie zo tastbaar mogelijk maken
Partners worden uiteraard ook ondersteund met het partnerprogramma, waarin partners worden opgeleid. Elke partner bouwt in zijn eigen tempo zijn kennis op. Aan Arrow de taak om de techniek zo tastbaar mogelijk te maken, vertelt Rheenen. ‘Ik liep een tijd met een klein apparaatje rond waarin acht sensoren zitten om te laten zien hoe IoT werkt. Er zat onder andere een microfoon, lichtsensor, vochtigheidsmeter en girometer in.’

Als Van Rheenen op het podium stond wilde hij nog weleens het apparaatje erbij pakken. ‘Het praatte met mijn iPhone en zo kon ik bijvoorbeeld laten zien dat het 21 graden was op het podium. Maar ook dat de temperatuur steeg als ik mijn hand sloot. En dat de lichtmeter naar nul ging. Het is maar een klein voorbeeld, maar alleen als je weet wat mogelijk is, kan je waardevolle innovaties ontwikkelen.’

Echte innovatie op een verjaardagsfeestje
Overigens is er volgens Van Rheenen een belangrijk element van innovatie wat vaak over het hoofd wordt gezien: echte innovatie vindt vrijwel nooit plaats tijdens het werk. ‘Tijdens het werk sturen regels en procedures de processen, maar echt innovaties ontstaan eigenlijk altijd als we ontspannen. Dus het kan ontstaan op het hockeyveld, aan de keukentafel of op een verjaardagsfeestje.’

Het is lastig om een businesscase te maken voor innovatie, vertelt Van Rheenen. ‘Je begint met experimenteren. Maar dankzij de hedendaagse technologie, zoals lowcode- of nocode-oplossingen, kan je ideeën snel uitwerken. Zo sprak ik op een conferentie met een man die voor zijn presentatie in één avond een windsnelheidsmeter van zijn paraplu had gemaakt. Of het echt meerwaarde heeft, is onduidelijk, maar het geeft wel aan hoe snel je iets kan bouwen.’

De CIO heeft zich bewezen
Omdat het lastig is om direct een businesscase te bouwen voor innovatieve oplossingen, is het belangrijk dat de CIO meepraat op het hoogste niveau. ‘Ten eerste moet je als CIO een goed beeld hebben van wat je met technologie kan bereiken. Ten tweede moet je boven in de organisatie genoeg zendtijd hebben om innovatiebudgetten los te krijgen. Gelukkig heeft de CIO zich de afgelopen tijd zeker bewezen.’

Hoewel de businesscase minder duidelijk is, is het overigens niet meer nodig om voorafgaand grote investeringen te doen om te kunnen innoveren. ‘Door cloudificering kan je klein beginnen en opschalen als het werkt. De ervaring met nieuwe technologie kunnen opdoen om te zien hoe die innovatie kan faciliteren, is heel belangrijk voor een organisatie. Je moet kunnen sandboxen in de cloud om het vervolgens groot uit te rollen als het werkt.’

Licenties direct inzichtelijk
Via ArrowSphere kunnen partners en eindklanten de oplossingen afnemen die ze nodig hebben. Het platform heeft dan niet alleen als voordeel dat alle technologie met een druk op de knop uitgerold kan worden, ook wordt gebruik direct inzichtelijk. ‘Vroeger wist je niet of je genoeg of juist te veel licenties had, wie wat gebruikte en of alle functionaliteiten eigenlijk wel gebruikt werden. Nu is dat met één druk op de knop inzichtelijk.’

Overigens hoeven de beste verbeteringen geen grote projecten te zijn, integendeel. Van Rheenen: ‘Ik sprak met een man die sensoren plaatste in tl-verlichting, waardoor lampen aangaan als er iemand in de ruimte komt. Je ervaart dat pas echt als je midden in de nacht op Schiphol landt en dan één voor één de lampen aangaan terwijl je door de terminal loopt. Dan weet je hoeveel impact zo’n kleine sensor kan hebben.’

Auteur: Anne van den Berg