Uniserver: Duurzaamheid moet meetbaar zijn, anders is het slechts een woord

Aantonen dat je betrouwbaar bent in wat je levert, is voor afnemers belangrijk. Reden voor clouddiensten-aanbieder Uniserver om hier veel aandacht aan te besteden. Het is voor Riemert Moleman, Manager Quality & Assurance bij Uniserver, waar al tien jaar zijn focus op ligt: certificeringen, audits en kwaliteit. “Ik hecht veel waarde aan kwaliteit en betrouwbaarheid. Dat geldt voor onze diensten, maar zeker ook de datacentra waar deze diensten draaien. Duurzaamheid is daarbij iets waar we ons steeds meer op richten.”

Kwaliteit moet je volgens Moleman tastbaar en meetbaar maken, om te voorkomen dat het een subjectief begrip wordt. “Als je als organisatie vooraf goed nadenkt over waar je mee bezig bent en wat je wil bereiken, dan kun je dat vastleggen en achteraf meten om te kijken of je het ook gerealiseerd hebt. Dat doe je ook met kwaliteit.”

Zo probeert Uniserver ook tegen duurzaamheid aan te kijken. Dat is deels intern gemotiveerd, deels extern gedreven – door klanten, door wetgeving. “Als Uniserver proberen we dit complexe onderwerp voor onszelf en voor onze klanten plat te slaan, zodat je eenvoudig kunt aantonen aan welke kwaliteitscriteria je voldoet.”

Moleman benadrukt dat Uniserver open en transparant wil zijn op dit gebied en zich niet wil verschuilen achter een certificaat. “Als een klant meer de diepte in wil, dan gaan we daarin mee en kijken we naar de vraag die hierachter zit.”

Uniserver is geen aanbieder van datacenter-capaciteit, maar van de diensten die in deze datacentra draaien. “Onze diensten en datacenter-partners zijn echter nauw met elkaar verbonden. Cloud is niets zonder een datacentrum. We kijken dus ook naar de garanties die datacenter-aanbieders ons kunnen geven: hebben ze een visie op duurzaamheid, wat doen ze hieraan? Dat nemen we mee in onze overwegingen om voor een datacenter-aanbieder te kiezen.”

Groeiend belang duurzaamheid
Die keuze voor datacentra op het aspect duurzaamheid wordt in de toekomst steeds belangrijker, meent Moleman. Uniserver heeft de ambitie om de grootste aanbieder van hybride cloud in Nederland te worden. “Dat zal ook veel meer datacenter-capaciteit vergen en dat willen we wel zo duurzaam mogelijk doen. Zo nodig nemen we ook afscheid van locaties waarmee deze duurzame groei niet gerealiseerd kan worden.”

Gelukkig wordt technologie ook steeds duurzamer, ziet Moleman: “In een rack zaten vijf jaar geleden 20 servers waarmee honderd klanten bediend konden worden. Inmiddels zitten er in zo’n rack nog tien devices waarmee 1.000 klanten bediend kunnen worden, tegen hetzelfde stroomverbruik. Dus hoe kunnen we met minder en zuinigere apparatuur meer klanten bedienen en zo duurzaam groeien.”

Daarnaast worden de datacentra zelf steeds slimmer en zuiniger. Waar voorheen nog wel eens een oud gebouw werd omgebouwd tot datacenter, worden deze gebouwen nu speciaal ontworpen. Bijvoorbeeld om gegenereerde warmte te gebruiken om nabijgelegen wijken van stadsverwarming te voorzien. Of door benodigd water van dieper op te pompen, zodat het grondwater van de directe omgeving niet aangetast wordt.

Duidelijke visie
Belangrijke partners op datacenter-gebied zijn NorthC en Equinix, juist omdat zij een duidelijke visie hebben waarin zij groei en duurzaamheid koppelen, iets dat goed bij de visie van Uniserver past. “Dat zal overigens niet alleen voor hen gelden. Ik denk dat de meeste datacenter-aanbieders in Nederland al goed nadenken over duurzaamheid en hier ook al stappen in zetten.”

Duurzaamheid speelt al een belangrijke rol in de groeistrategie van Uniserver. Hoe gaat zich dat de komende jaren ontwikkelen? Moleman verwacht in ieder geval dat klanten van Uniserver hier steeds kritischer over worden en vragen hoe dit bij Uniserver geregeld is, omdat ze zelf ook aantoonbaar willen werken aan duurzaamheid.”

Meetbaar maken
Uniserver zal dus moeten werken aan het meetbaar maken van deze duurzaamheid. Daar zijn binnen de organisatie al gesprekken over, bijvoorbeeld om inzichtelijk te maken wat de CO2-footprint is van een gemiddelde virtuele server. “We hebben heel veel data, daar kunnen we vast wel op een slimme manier een getal aan hangen. Want duurzaamheid moet meer dan alleen woorden zijn, je moet het kunnen aantonen, je moet het meetbaar maken.”

Moleman benadrukt dat Uniserver hierin niet alleen wil optreden. “Bij brancheorganisaties in de ICT staat het onderwerp van aantoonbare duurzaamheid ook regelmatig op de agenda. Dat geldt zeker voor de datacenterbranche en cloud providers. Dat wordt ook bittere noodzaak, omdat er steeds meer wetgeving aankomt. Ik las laatst een artikel dat organisaties groter dan honderd werknemers op termijn aan een maximum CO2-uitstoot per werknemer gebonden worden. Dus het wordt een must om dat voor de branche als geheel op gestandaardiseerde wijze inzichtelijk te kunnen maken.”

Impact op omgeving
Volgens Moleman is het ook belangrijk om de komende jaren meer aandacht te besteden aan de impact van datacentra op de omgeving. “Je kunt wel ergens een groot datacenter neerzetten met een heleboel windmolens eromheen. Maar je moet ook rekening houden met de aanblik voor de omwonenden, wat voor effect dat misschien op hun gezondheid heeft.”

Die balans – tussen duurzaamheid en de manier waarop het uitgerold wordt – is ook belangrijk, meent Moleman, anders krijg je problemen op het gebied van acceptatie van de komst van nieuwe datacentra. En, stelt de Manager Quality & Assurance tot slot, dat zal in het dichtbebouwde Nederland nog wel een uitdaging worden.

“Er staat een enorme hoeveelheid datacentra in de regio Amsterdam, die moeten allemaal van stroom – het liefst groen – voorzien worden. Hoe ga je dat doen? Je kunt er niet te pas en te onpas een nieuw datacenter met windmolens of zonnepaneelparken neerzetten. Misschien moeten we toe naar datacentra op zee. Daar staan ook steeds meer windmolens. Ik denk dat we ook in die richting moeten gaan denken.”

Auteur: Martijn Kregting