Hoge Raad: Berichten van Ennetcom mogen als bewijsmateriaal worden gebruikt

Berichten die verdachten uitwisselden via versleutelde telefoons van Ennetcom en die door de Canadese autoriteiten zijn overgedragen mogen als bewijs worden gebruikt in een strafzaak. Dit oordeelt de Hoge Raad.

Na een dodelijke schietpartij op 17 april 2016 werd in de nabijheid van de plaats delict een verdachte aangehouden, die later is vervolgd voor moord. Kort na zijn aanhouding zijn BlackBerry-telefoons aangetroffen, die waren omgebouwd om alleen versleutelde berichten te versturen via servers van Ennetcom. Hierbij werd gebruik gemaakt van PGP (Pretty Good Privacy)-communicatie.

Gebruikt als bewijsmateriaal

Berichten zijn door Ennetcom opgeslagen op BlackBerry Enterprise Servers (BES-servers) in Canada. Deze data zijn door de Canadese autoriteiten overgedragen aan de Nederlandse justitie. Het gerechtshof gebruikte de data als bewijsmateriaal en legde de verdachte en medeverdachte gevangenisstraffen van 22 jaar op. De verdachte ging in beroep bij de Hoge Raad en betwistte de rechtmatigheid van de uit Canada verkregen data.

De Hoge Raad wijst erop dat de gegevens door de Canadese autoriteiten zijn overhandigd na een rechtshulpverzoek in een viertal onderzoeken, waaronder de eerder genoemde zaak. Een Canadese rechter heeft zich over dit verzoek gebogen en oordeelde dat de data aan Nederland konden worden overgedragen. De Hoge Raad oordeelt dat het gerechtshof de juiste procedures heeft gevolgd bij het opvragen en verkrijgen van de gegevens. Ook oordeelt de Hoge Raad dat de gang van zaken niet in strijd is met het Wetboek van Strafvordering of met het Nederlandse wettelijke systeem.

Meer informatie is hier beschikbaar.