EU-lidstaten mogen meer investeren in vaste en mobiele infrastructuur

EU-lidstaten krijgen meer ruimte om te investeren in vaste en mobiele infrastructuur. Zo kunnen zij de beschikbaarheid van internet stimuleren in gebieden waar de internetsnelheid en -beschikbaarheid achterblijft.

Dit is mogelijk dankzij een wetswijziging. Deze moet EU-lidstaten helpen bij het realiseren van een doelstelling die de Europese Commissie in 2021 vastlegde in een richtlijn voor de digitalisering van EU-lidstaten. Hierin is opgenomen dat alle Europese inwoners en bedrijven in 2030 toegang moeten hebben tot 5G en gigabit-internet.

Uitdaging in dunbevolkte gebieden

Het realiseren van deze doelstelling is met name in dunbevolkte gebieden een uitdaging. Door het beperkte aanbod aan klanten is het voor providers niet interessant te investeren in 5G en gigabit-internet.

De wetswijziging maakt het eenvoudiger voor EU-lidstaten om financieel bij te dragen aan de uitbreiding van de infrastructuur van providers. Zij krijgen onder bepaalde omstandigheden de mogelijkheid tot het financieren van netwerkuitbreidingen. Voorwaarden hiervoor zijn onder meer dat de netwerkuitbreidingen bijdrage aan het verbeteren van de dekking van snelle netwerken, en dit zonder staatssteun niet haalbaar is.

Ook Nederland wil de beschikbaarheid van snel internet verbeteren. Minister Micky Adriaansens van EZK maakte in november bekend dat alle Nederlanders burgers en bedrijven vanaf 2030 toegang moeten hebben tot internet met een snelheid van 1 Gbps of meer.