De koepel DINL: samenwerken voor een vrij, veilig en open internet
“Alweer een clubje. Waar is dat nu voor nodig ?”, verzuchtte een beleidsmedewerker van een ministerie op een van mijn eerste afspraken in mijn hoedanigheid als directeur van DINL. Een heel terechte vraag. Het bestaansrecht van elke organisatie ligt in de toegevoegde waarde. Wat voegt DINL dan precies toe aan het maatschappelijk middenveld? Dit is het antwoord wat ik dan geef op de vraag “Waarom DINL”.
In 2013 nam een groep internetbedrijven onder leiding van de hosting sector het initiatief om de rol en betekenis van datacenters, internet exchanges, hosters, registrars en andere providers in kaart te brengen. We zagen sterke overeenkomsten met de economische dynamiek rond de fysieke mainports. Als kernthema’s kozen we daarom “digitale infrastructuur” en de “derde mainport”. Metaforen die al eind negentiger jaren werden gehanteerd door visionairs uit de internet wereld. Deloitte schetste in een rapport hoe die facilitators, voor de buitenstaander vaak onzichtbaar in de digitale wereld, de aanjager waren voor een ijzersterk ecosysteem van online activiteiten in Nederland. Net als bij Schiphol en de Rotterdamse haven legde een op zich kleine technische kern de basis voor een omvangrijke en snel groeiende deeleconomie.
De rol en betekenis van die digitale mainport voor de economische ontwikkeling is daarna in vele onderzoeken aangetoond. Het CBS becijferde onlangs de omvang van die Nederlandse online economie op maar liefst 50.000 bedrijven die aan 345.000 mensen werk bieden. Het is de snelst groeiende sector in Nederland.
In 2015 initieerde Kees Verhoeven van D66 een motie die de regering opriep serieus werk te maken van de derde mainport. En de digitale infrastructuur een vaste plek te geven in beleid en bestuur. Die motie werd Kamerbreed aangenomen. Dat alles bracht 9 organisaties van dienstverleners uit het hart van de sector samen in de koepel DINL. Datacenters, hosters en cloud bedrijven, domein registrars, SURFnet, Nederland ICT, de AMS-ix en NLnet zagen dat het belangrijker dan ooit was om datgene wat hen bindt een gezicht en stem te geven. En om snel te kunnen reageren op actuele thema’s. DINL werkt daarin ook samen met partijen waarvoor digitalisering van groot belang is, zoals bijvoorbeeld Rabobank en NxtVn.
Barrières slechten en kennis brengen
Een organisatie als DINL is hard nodig. Want ondanks de groeiende aandacht blijken oude denkbeelden over digitale technologie hardnekkig. Het in de motie gevraagde concrete beleid voor de digitale mainport blijft nog uit. Want velen zien digitale infrastructuur niet als echte infrastructuur. Hooguit techniek die we nodig hebben voor de ‘echte’ economie, iets met verbindingen. En dan natuurlijk het internet, voor de consument. Die verouderde kijk gaat voorbij aan de enorme impact van internet en technologie op de economie en de samenleving. Het netto effect is dat de politiek beleid voor de toekomst ontwikkelt dat gebaseerd is op de paradigma’s van gisteren. In fysieke infrastructuur investeren we, digitale infrastructuur wordt belast met frequentieveilingen en precario. Fysieke boeken hebben 6% BTW, online boeken zijn 21%. Maar neem het de beleidsmakers en politici eens kwalijk. Het maakt nogal verschil of je van buitenaf naar de snelle ontwikkelingen moet kijken, of uit de eerste hand hoort hoe het zit. Kennis van zaken en begrip komen niet vanzelf. De sector moet het wel komen brengen.
En precies daar zien we het bestaansrecht van DINL: het brengen van kennis over die nieuwe paradigma’s en over de rol en betekenis van digitale infrastructuur. Door snel in te spelen op de actualiteit en aan te schuiven in de gremia die het beleid voor de toekomst bepalen, draagt DINL bij aan de uitleg over die veranderende wereld en het grote belang van de nieuwe paradigma’s. We brengen daarvoor de nieuwe kernwaarden mee, afkomstig uit de wereld van het internet. Het permissionless innovation paradigma als de drijvende kracht achter online innovaties. Een vrij, veilig en open internet, essentieel voor een sterke internationale positie en vertrouwen in de online economie. Een gelaagde wereld, in plaats van eentje met de silo’s uit de wereld van de telecomindustrie. Privaat publiek werken en het multi-stakeholder model als basis voor regie, in plaats van de klassieke top-down benadering. Coöperatieve, bottom-up initiatieven voor het verbeteren van informatieveiligheid, en het bestrijden van abuse en cybercrime, in plaats van een eenzijdige focus op command en control en de harde hand van de overheid die het wel zal regelen.
Die kernwaarden klinken voor sommigen als het woordje “wereldvrede”. Maar ze zijn krachtig, en beleid dat juist die kernwaarden als basis heeft, is essentieel voor een economische toekomst waarin Nederland haar geld verdient in die digitale wereld.
Uitgestoken hand
Minstens zo belangrijk als het brengen van kennis is de uitgestoken hand. Multi-stakeholder werken heeft als uitgangspunt dat je met een positieve grondhouding met je stakeholders omgaat. Ook met partijen met andere belangen. DINL staat daarom niet alleen klaar om te vertellen hoe het zit, maar is altijd bereid om mee te denken over hoe het kan.
Stapje voor stapje slagen we erin om die nieuwe paradigma’s en kernwaarden te laten landen. En initiatieven met een fundamenteel andere aanpak het podium te geven. Dat is te zien in aanpassingen van wetgeving door amendementen, in Kamervragen en soms in de antwoorden.
De eerder genoemde motie van Verhoeven, de bottom-up inzet van internet security vanuit het Forum standaardisatie, de groei van coöperatieve, kleinschalige initiatieven voor abusebestrijding, de aandacht voor digitale infrastructuur in het mainport rapport van de RLI, de groeiende aandacht en oplossingen voor de gevolgen van de GDPR voor aanbieders van digitale infrastructuur, de goede samenwerking met politie, ACM en OM, en nog vele andere trajecten – zijn verder bewijs. Een mooie ondersteuning van onze visie is het advies van de WRR om de publieke kern van het internet te beschermen. Dat heeft zich vertaald in kabinetsbeleid voor het internationaal promoten van een vrij, veilig en open internet.
Zowel samenleving als sector profiteren van die gezamenlijke visie op de digitale economie. DINL staat voor die visie en gaat voor de realisatie ervan. Het werken vanuit kernwaarden, snel in kunnen spelen op de actualiteit en het aandragen van oplossingen maakt DINL uniek. Dat nieuwe ‘clubje’ dat enkele jaren geleden voor het eerst aanschoof, is inmiddels een gewaardeerd gesprekspartner en wordt graag gezien door alle stakeholders. Daarom dus DINL: met zijn unieke boodschap en inhoudelijke kennis over de digitale online wereld is het een cruciale toevoeging aan het landschap van organisaties die Den Haag bevolken.
Door: Michiel Steltman, directeur van Stichting DINL