De digitale euro
Lange tijd geleden schreef ik een blog over de digitale Florijn. Dat idee was een reactie op de komst van de digitale betaalmiddelen als de bitcoin en deuterium. Het is eenzelfde soort betaalmiddel als ooit goud en zilver waren. Schaarse delfstoffen die in kleine hoeveelheden een grote waarde vertegenwoordigen. Het zijn in feite beleggingsmiddelen die een waarde kunnen vertegenwoordigen in betalingsverkeer. Met een dagkoers die elke dag anders kan zijn. Maar niet een wettig betaalmiddel dat door een centrale bank wordt gegarandeerd.
Gulden Florijn
De naam gulden komt van de ‘gulden florijn’ genaamd naar de Florentijnse munt fiorino d’oro. Daar komt ook het valutateken f of fl of Hfl/Dfl vandaan, de Hollandse Florijn of Dutch Florin. In 1378 kwam de Hollandse gulden van graaf Willem V in omloop. Tijdens Karel V kwamen de carolusguldens. Uiteindelijk werd in 1694 de generaliteitsguldenuitgebracht. Deze was onderverdeeld in 20 stuivers van weer 8 duiten van 2 penningen. De duit was van weinig waarde, waar ook het spreekwoord ‘een duit in het zakje doen’, een minimale bijdrage leveren.
In 1816 werden stuivers en penningen afgeschaft en werd de gulden verdeeld in honderd cent. De stuiver bleef in de volksmond bestaan. Net zoals de dubbele stuiver -het dubbeltje – en de daalder een begrip was dat oorspronkelijk als Joachimsthaler uit de Bohemen kwam. De daalder was 30 stuivers waard, dus anderhalve gulden. Het was geen munt maar wel een rekeneenheid die veel gebruikt werd. Vanaf 1807 kwam de Rijksdaalder die twee gulden vijftig waard was. Op de gulden en daalder stond de Nederlandse leeuw afgebeeld, waardoor in Amerika de benaming Dutch Lion Daalder ontstond, hetgeen uiteindelijk naar ‘dollar’ werd vertaald. Immers de ‘Jan-Kees’, de naam voor de Nederlandse kolonisten, rekenden in daalders: ‘Yankees trade in dollars’. Het oude Amerikaans is doorspekt met Nederlandse woorden.
De papieren euro
Omdat het gewicht van de munten van goud, zilver of brons best groot kon worden, ontstond de behoefte aan papieren geld. Het werd het eerst gebruikt in China in de 7e eeuw. In Europa zagen we het via Marco Polo voor het eerst in de 13e eeuw. In 1574 waren gedurende het Spaanse beleg van Leiden papieren noodmunten gemaakt door gebrek aan goud en zilver. Maar de doorbraak kwam in de 17e eeuw: Johan Palmstruch introduceerde het eerste bankbiljet in Zweden in 1661. Sinds de oprichting van de Nederlandse Bank in 1814 kwamen er drie officiële soorten papiergeld: bankbiljetten, zilverbons en muntbiljetten. De laatste werden door het Ministerie van Financiën uitgegeven en vertegenwoordigen een waarde in zilver of munten.
In 2002 namen we afscheid van onze historische ‘Gulden Florijn’ en gingen over op de Euro. Een papieren en metalen euro, net zoals we de afgelopen eeuwen gebruikten. Hoewel we digitaal kunnen betalen, is de euro nog steeds als een fysieke munt gegarandeerd door de Europese Centrale Bank. Net zoals een email een digitale versie van een papieren brief is. In feite is de boekhouding gedigitaliseerd en kunnen we fysieke betaalmiddelen – chartaal of contant geld – ook giraal verwerken als giraal geld. De niet tastbare vorm van geld in een administratie van een bank: een banktegoed. Een digitale administratie maar nog steeds gerelateerd aan een fysieke munt in een analoge wereld.
Digitale euro
Maar nu komt er echt iets nieuws aan: de digitale euro. Een van oorsprong digitale munt die wordt gegarandeerd door een Centrale Bank. Geen beleggingsmiddel dat als betaalmiddel dienst kan doen zoals de bitcoin. Een digitale euro is een in de hele EU geaccepteerd digitaal betaalplatform. Het is nog steeds de euro, maar dan in digitale vorm en nog steeds uitgegeven door het Eurosysteem van ECB en nationale centrale banken. Het vervangt geen cash maar complementeert fysieke betaalmiddelen. Een digitale euro kan alle voordelen van digitale cryptomunten toepassen maar zonder de volatiliteit van de huidige cryptomunten. Het is geen belegging in een delfstof, maar een door de staat uitgegeven wettig en gegarandeerd betaalmiddel.
Een gegarandeerde digitale munt kun je niet kwijtraken, want de ECB houdt de stand van jouw euro’s bij. Dus als je je digitale ‘Wallet’ op je telefoon verliest, dan is jouw bezit verzekerd in de cloud van de ECB. De Europese Bank is het ‘clearinghouse’ voor alle betalingen in digitale euro’s. Dit clearinghouse controleert de zender, zijn rekening en de ontvanger. De ECB beheert dus de centrale boekhouding van alle digitale euro’s en heeft derhalve inzicht in ieders digitale bankrekening. Daardoor is het van staatswege verzekerd. En dat is een groot verschil met allerhande digitaal geld dat nu opkomt: de bitcoin, de libra etc. die afhankelijk zijn van private banken en ondernemingen.
Toekomst
Betrouwbaar geld en gegarandeerde betaalmiddelen zijn essentieel voor elke beschaving. Na de Griekse en Romeinse beschavingen, met elk hun gegarandeerde betaalmiddelen, waren de middeleeuwen mede een economisch zwakke historische periode omdat er geen door de staat gegarandeerde betaalmiddelen waren. Toen Marco Polo in de dertiende eeuw China bezocht, zag hij tot zijn verbazing voor het eerst ‘papiergeld’ van de overheid. Tot op de dag van vandaag gebruiken we dit eeuwen oude papieren geld. We hebben virtueel geld op bankrekeningen en in boekhoudingen dat deze fysieke munt virtualiseert. Maar we nog geen ‘echt’ digitaal geld dat we voor onze dagelijkse transacties kunnen inzetten.
We hebben tegenwoordig twee werelden die naast elkaar leven, zoals Yin en Yang. Ik heb hierover al eerder de blog “Onze wereld is analoog’ geschreven. Als mens zijn we fysiek, analoog, tastbaar, voelbaar. Maar we hebben een parallelle virtuele wereld geschapen die digitaal, onzichtbaar en niet tastbaar is. Daar hoort dus ook een virtuele of digitale munt bij. Ik heb rond 2005 veel geëxperimenteerd in Second Life en heb daar nog steeds vrienden aan over gehouden. Digitale leefgemeenschappen, met digitale avatars die in digitale huizen en leefgemeenschappen woonden en, heel belangrijk, ook een eigen digitale munt hadden: de Linden. Daarom kon je in Second Life goederen kopen, handel drijven, geld verdienen en een economie opbouwen. Dat was een mooie tijd.
Staatsfunctie
Geld is de basis voor een samenleving om sociale interactie mogelijk te maken. In het dagelijks leven speelt geld een essentieel rol, dus ook in ons digitale leven. Daarom moeten betalingen onafhankelijk zijn van dagkoersen en het ‘bestaan’ van commerciële banken als intermediair. Wij als maatschappij moeten daar zelf eigenaar van zijn en dus is het een staatsfunctie. Een staatsfunctie die ook onze privacy vanuit onze grondwet en wetgeving respecteert en niet overlaat aan private bedrijven. En het moet misbruik, illegale handel en gebruik voor terreur tegengaan.
Maar alle macht bij de staat heeft ook nadelen. Elk voordeel heeft immers zijn nadeel. De ECB krijgt daarmee een instrument om producenten en consumenten direct te bereiken en banken overbodig te maken. We zien dat China op dit gebied ook al druk bezig is en al een testfase met de digitale yuan heeft. Europa ziet China zeker als systematische rivaal van Europa, dus is een eigen digitale munt noodzakelijk. De komende maanden gaan we er nog veel over horen. Benieuwd wanneer in Europa de eerste test gaat komen.
Door: Hans Timmerman (foto), directeur van Fortierra