‘ICT, het gebeurt in Den Haag’
De gemeente Den Haag is al enige jaren prominent aanwezig op het Mobile World Congress in Barcelona. Dit is onderdeel van een hele reeks activiteiten rond ICT, innovatie en smart cities. Niet voor niets is Den Haag één van de drijvende krachten achter het Holland Paviljoen, dat dit jaar een plek had op de MWC-beursvloer. Vlak voor het MWC nam Saskia Bruines het roer over van Ingrid van Engelshoven als wethouder KIJO (Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwijs). Executive-People sprak met haar over de digitale ambities van Den Haag.
“De ontwikkelingen gaan snel, en we zien steeds meer bedrijven die zich willen vestigen in Den Haag”, zegt Saskia Bruines. “Het is daarom heel goed dat we in Barcelona laten zien wat hier in Den Haag allemaal gebeurt. Het is belangrijk voor de werkgelegenheid, maar ook om ons te profileren als een stad van vernieuwing en kennis. IT kan veel betekenen voor de samenleving.”
Ze heeft als kersvers wethouder Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwijs een druk programma gehad. “We spraken als gastheer op het Holland Paviljoen natuurlijk de bedrijven die al in Den Haag zitten, maar we hebben ook veel gesprekken gehad met bedrijven die overwegen zich te vestigen in Den Haag. Je gaat als bedrijfsleven en overheid samen kijken hoe je met ontwikkelingen in technologie aan de slag kunt.”
Kennis
Een belangrijk onderdeel van het bezoek aan MWC, waar de hele mobility-wereld bij elkaar komt, is natuurlijk kennis opdoen over de nieuwste ontwikkelingen. Een thema dat steeds belangrijker wordt, is bijvoorbeeld Vrede en Recht, een onderwerp waar zowel de gemeente Den Haag als de GSMA (organisator van het MWC) veel waarde aan hecht. “De GSMA is nu heel actief met het ondersteunen van Sustainable Development Goals. Dat sluit aan bij onze activiteiten in Den Haag. Wij hebben bijvoorbeeld het innovatie programma Humanity X waarbij wordt gewerkt aan innovaties op het gebied van vrede, recht en humanitaire hulp. Ook openen we eind dit jaar de innovation space Humanity Hub. In dat kader is het interessant om te kijken of we met GSMA kunnen samenwerken.”
Dit past volgens haar goed bij de gemeentelijke visie, omdat het nauw samenhangt met het verbeteren van de kwaliteit van leven in de toekomst. “Daar heb je natuurlijk technologie bij nodig. Dit sluit weer aan bij de hele ontwikkeling van smart cities waar we bij betrokken zijn: dat draait om slim omgaan met zaken als mobiliteit en gezondheid.”
Slimme kust
De inspanningen van Den Haag op het gebied van Smart Cities hebben ondertussen een aantal concrete resultaten opgeleverd. Zo heeft het ondertekenen van het Smart City-convenant, vorig jaar tijdens de Hollandse avond op het MWC, geleid tot het zogenoemde Living Lab in Scheveningen, tot nu toe het grootste lopende smart city-project.
“In Scheveningen willen we de kust smart maken”, zegt Bruines. “. Dit betekent onder meer dat Scheveningen slimmer verlicht wordt, bijvoorbeeld met lantaarnpalen voorzien van slimme connectiviteit. Daarbij werken we samen met verschillende partners. Wij zetten de infrastructuur neer, waarop zij vervolgens producten en diensten kunnen ontwikkelen. Wat dat voor producten en diensten zijn leggen we niet vast. We nodigen in het Living Lab de markt uit om daar samen met ons oplossingen te gaan ontwikkelen.”
e-Health
Een ander project waar technologie een belangrijke rol in speelt, is het e-Health-programma. “We hebben als gemeente de markt uitgenodigd om e-Health oplossingen te ontwikkelen voor woningen. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om apparaten met sensoren of aangepaste sloten. Hiermee worden oudere mensen geholpen die dan langer thuis kunnen wonen. Die oplossingen testen we in een modelwoning, zodat we zien wat wel en niet werkt in praktijk.”
“De zaken die goed werken worden vervolgens elders in de stad benut, in samenwerking met Den Haag Wonen en Staedion. Zij zullen de oplossingen die goed werken in hun woningen opnemen. We bekijken ook hoe we nieuwe woningen bouwen zodat dergelijke toepassingen later eenvoudig gerealiseerd kunnen worden. Want het is natuurlijk ook zaak om die toepassingen financierbaar te maken.”
Leefbaarheid
Bruines vervolgt: “Ik vind de manier waarop technische ontwikkelingen de leefbaarheid bevorderen heel interessant. Je kunt echt een connectie gaan maken. En niet alleen bij leefbaarheid, maar ook op het gebied van gezondheid of humanitaire kwesties kan technologie oplossingen bieden. Hier ligt echt de toekomst.”
“Wanneer je als gemeente mee wilt blijven doen moet je de eigen bevolking daarin meenemen. Dat komt bijvoorbeeld de werkgelegenheid ten goede. Onze rol als gemeente is dit te faciliteren, en ervoor te zorgen dat partijen elkaar versterken door samen te werken. Die experimenten dragen bij aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.”
Programmeren
Een van de die maatschappelijke vraagstukken die de ICT in Nederland direct raken is het tekort aan geschoolde ICT-ers. In Den Haag valt dat onderwijs ook onder de verantwoordelijkheid van Bruines: “We moeten goed kijken hoe we het onderwijs op de ontwikkelingen in de technologie gaan aanpassen. Want het blijft zoeken naar ICT-talent. We proberen dat goed in de opleidingen te krijgen.”
“Daarnaast is het van belang, en dat is een breder vraagstuk, dat er van jongs af aan al veel meer aandacht is voor IT en techniek. We hebben daarover gesprekken met allerlei scholen, in het primaire en secundaire onderwijs, en met MBO’s en hogescholen. Het lastige is dat de ontwikkelingen snel gaan, en je weet nu niet wat je precies moet doen voor de banen over vijf jaar. Misschien ziet alles er dan weer heel anders uit, dat is het onzekere aan deze situatie. Dat maakt de discussie over hoe je kinderen opleidt ingewikkeld. Zeker bij het primaire en voorgezet onderwijs dat nu in een strak schoolsysteem zit.”
De huidige markt vraagt om IT talent op ieder onderwijsniveau. IT moet daarom aantrekkelijk worden en gelukkig wordt dat steeds meer zo. In Den Haag brengen we kinderen in aanraking met IT met bijvoorbeeld de Coder Dojo’s bij onze bibliotheken en het Shell Generation Discover Festival. Landelijk zie je daarnaast dat er steeds meer scholen zijn die zich richten op andere dingen dan talen, bijvoorbeeld basisscholen waar ze beginnen met programmeren, zoals je rekenen en taal leert. Maar dan heb je wel weer een docent nodig die dat kan geven. Dat is uiteindelijk een meerjarig traject.”
Door: Marco van der Hoeven