Hoe kan de IT-sector een duurzame toekomst realiseren?
Duurzaamheid: hoe kan de Nederlandse ICT-sector zelf stappen nemen om een duurzame toekomst te realiseren? Tijdens het Future of Business Technology-evenement in Fort Voordorp op donderdag 13 oktober stond dit onderwerp centraal tijdens de paneldiscussie van vier vertegenwoordigers uit de sector zelf, van vendor tot en met system integrator: Perry van der Weyden, country manager Netcompany; Eugene Tuijnman, CEO-SLTN; Irene Reichert, sustainability expert, HP Nederland; Patrick Steenssens, VP Tech Data Benelux.
Perry van der Weyden, de Nederlandse country manager van het van oorsprong Deense Netcompany (IT & business consulting), gaf de aftrap door te stellen dat we als Nederland nog wel iets kunnen leren van de Scandinavische landen. Het poldermodel is niet altijd de beste aanpak, soms moet je gewoon doorpakken. “In de aanpak van de energiecrisis heeft de Deense overheid burgers en bedrijven om tafel gezet. Daar zijn heel praktische oplossingen uit voort gekomen, zoals een app die aangeeft wanneer je bijvoorbeeld het beste je wasmachine aan kunt zetten. In Nederland zijn we nog steeds aan het praten over de energiecrisis zonder veel concrete resultaten.”
Duurzaamheid als voorwaarde
Eugene Tuijnman (SLTN), merkt dat er wel steeds meer nadruk komt op duurzaamheid als voorwaarde om zaken te kunnen doen. System integrator SLTN werkt veel met overheden, die daar in elke aanbesteding de nadruk op leggen, soms zelfs ten koste van een focus op kwaliteit. “Maar ook steeds meer vendors en werknemers zijn bezig met hoe we duurzamer kunnen worden, zowel privé als bij SLTN. Dus ik sta er misschien niet bewust elke dag mee op, maar duurzaamheid heeft in de praktijk steeds meer impact op wat we doen.”
HP is al eigenlijk sinds de oprichting in 1939 bezig met het klimaat, met werknemers als mensen in plaats van nummers, stelt Irene Reichert. Wat dat betreft zit duurzaamheid al in het DNA van de organisatie. “We hebben veel ervaring opgebouwd met hoe je het beste kunt toewerken naar concrete en strategische ESG-doelen (environment, social, governance, red.). Want je kunt wel mooie doelen hebben, je moet ook meetbaar maken of je erin slaagt ze tijdig te realiseren. En je moet transparant zijn in hoe je hierin te werk gaat. Dat maakt mijn rol eerlijk gezegd ook wat makkelijker.
Van hieruit kan HP ook een inspiratierol voor onze klanten en partners vervullen. Niet alleen als het gaat om klimaat, maar ook zaken zoals gelijkheid, diversiteit en gemeenschap, meent Reichert. “Zo kunnen we niet alleen bij ons, maar over de hele supply chain heen zaken zoals de CO2-footprint terugmeten, zodat klanten beter inzicht krijgen in wat hun impact op dit gebied is en daarmee aan de slag kunnen. Datzelfde geldt voor energieverbruik door apparaten, met diensten, maar ook transport. ”
Klimaatparlement
Tech Data Benelux vindt het belangrijk om werknemers op alle niveaus te betrekken bij het realiseren van duurzaamheidsdoelen, vertelde Patrick Steenssens. Daartoe heft de distributeur onder neer een klimaatparlement geïnstalleerd, met 25 geëngageerde werknemers die duurzaamheid net als bij HP in het DNA van het bedrijf moeten brengen. “Zo willen we concreet zaken realiseren, niet alleen maar met slogans zwaaien zoals ‘klimaatneutraal in 2030’.”
Het klimaatparlement kwam in het eerste jaar met vier thema’s om aan te pakken: mobiliteit van werknemers; meer awareness (onder meer middels hulpmiddelen die inzicht geven in de mate van verbruik van energie thuis – dat nemen werknemers ook weer mee naar kantoor); green transport (beter plannen levert een behoorlijke reductie op van de vervoersbewegingen).
“We proberen al snel de hele wereld te verbeteren. Dat gaat niet. We kijken nu naar waar wij zelf impact op kunnen hebben. En dan niet alleen van bovenaf, werknemers worden hierin direct betrokken en zien ook dat wat zij bedenken effect heeft in de praktijk. De grootste impact zit in een andere manier van werken. Duurzaamheid tussen de oren. Dat kan heel simpel. Zo hebben we in een pilot een enorme reductie van transport-CO2 voor elkaar gekregen door verzendingen te combineren. We geven ook CO2-certificaten als klanten zo hun CO2-footprint verminderen, men wil toch graag een soort bewijs.”
Van der Weyden stelt dat een duurzaam DNA van het bedrijf voor hem ook een reden was om ervoor te gaan werken. “Dat begint al bij het ontwikkelen van toepassingen voor bijvoorbeeld overheden, die het bedrijf vervolgens open aanbiedt aan iedereen in plaats van ze voor zichzelf te houden en er flink geld mee te verdienen. Wij doen inmiddels aan eenmalig ontwikkelen en meervoudig gebruiken voor tientallen toepassingen. Dat scheelt enorm in ontwikkelkosten, iets dat we ook meetbaar maken. Ook dat is een vorm van verduurzaming.”
Voldoende innovatiekracht
Tuijnman, tevens lid van NLdigital, verwacht dat Nederland ook voldoende innovatiekracht kan ontwikkelen om op die manier vanuit de technologische en IT-sector een meer duurzaam bedrijfsleven en samenleving te realiseren.
“We hebben een goed fysiek en digitaal netwerk, veel bedrijven vestigen zich hier. We zijn best innovatief met veel hoger wetenschappelijk onderwijs en publiek-private samenwerking. Maar we hebben eerst veel uitdagingen om aan te pakken. De naweeën van corona, een energiecrisis, oorlog in Oekraïne, oplopende rente en personeelsschaarste. Bedrijven, ook in de IT, hebben dus veel aan hun hoofd. Maar zodra deze situatie stabiliseert, verwacht ik dat Nederland snel opgelijnd staat voor een snelle ontwikkeling en adoptie van innovatieve technologie.”
Een energiecrisis kan overigens ook bijdragen aan innovatie vormen van verduurzaming. “Je ziet al langer een trend van minder CO2-impact bij veel grote vendors. Daar komt nu de enorme kostenstijging bij van energie. Dat maakt zaken zoals versaasing en serverconsolidatie nog belangrijker. Moderne datacenters zijn al vrij groen, maar er komen nieuwe verbeteringen aan zoals waterkoeling. Op korte termijn is ondanks de wil om sneller te verduurzamen de praktijk lastig. Personeelstekort is er ook onder installatiepersoneel.”
Netcompany verankert deze werkwijze ook bij alle medewerkers in het doen en denken. Zo krijgt elke medewerker een interne opleiding. Mijn CEO zegt: ik heb geen architecten nodig, die zorgen ervoor dat alles weer extra toeters en bellen krijgen – die ook weer extra energie verbruiken. Kan het niet tandje minder? Soms moet je dat mensen nog wel uitleggen en blijven uitleggen.”