Lenovo belicht duurzame innovaties
Elk zichzelf respecterend IT-bedrijf heeft intussen wel een roadmap klaar met een datum waarop het CO2-neutraal wil zijn. Hoé die klimaatdoelen bereikt moeten worden, is vaak minder duidelijk. Een redacteur van Data News kreeg in het Amerikaanse hoofdkantoor van Lenovo een uniek kijkje in de groene keuken van de computerbouwer. Een keuken waar gewerkt wordt met vegan leather en lijnzaad, en waar door spitstechnologie almaar minder energie en grondstoffen worden verspild.
Lenovo heeft zich ten doel gesteld om de uitstoot van schadelijke broeikasgassen tegen 2050 terug te dringen tot bijna nul. De te behalen doelen daarvoor liggen (muur)vast in de Science Based Targets intitiative’s Net-Zero Standard. Dat gaat met tussenliggende stappen, waarbij Lenovo de goals voor 2020 al één jaar eerder had bereikt, dankzij 92 procent minder directe uitstoot van de eigen operations en indirecte uitstoot bij energiecentrales, voor de verbruikte elektriciteit.
2050… en verder
Deze zogeheten Scope 1- en Scope 2-emissies van broeikasgassen moeten tegen 2030 met nog eens 50 procent worden verminderd. Daar komt een belangrijke derde scope bij, die betrekking heeft op alle overige uitstoot door de productieketen. Denk aan transport en distributie van goederen, het woon- en werkverkeer van het personeel, het gebruik van Lenovo-producten door consumenten (elektriciteit, levensduur, reparaties) en – last but not least – de recyclage van toestellen. Die laatste twee parameters wegen zwaar door: het gebruik en de end-of-life-afhandeling van verkochte apparaten zijn samen verantwoordelijk voor twee derde (66 procent) van de Scope 3-uitstoot.
Met name op die terreinen is er nog werk aan de winkel voor de fabrikant, een uitdaging die Lenovo wil aangaan aan de hand van een reeks duurzame ingrepen – waarover zo meteen meer. Het doel voor 2050 is een absolute reductie van 90 procent van de broeikasgassen van Scope 1, 2 en 3. En daar houdt de roadmap niet op, want vanaf 2050 moet ook de restende tien procent van de schadelijke emissies worden geneutraliseerd via CO2-opslag, herbebossing en andere oplossingen.
Bus op biobrandstof
Hoe maak je een event over duurzaamheid in het verre Raleigh, North Carolina als bedrijf geloofwaardig? Allereerst door de CO2-uitstoot van onze vlucht uiteraard netjes te compenseren. En ook door te kiezen voor een restaurant dat op wandelafstand van het hotel ligt. Verbazing alom dus als voor de rit naar het Lenovo-hoofdkantoor vervolgens een vintage Prevost-bus uit de vorige eeuw komt voorgereden. We grappen nog even dat het vast een futuristisch elektrisch exemplaar betreft, weggereden uit The Jetsons. Maar de grap is nog niet koud of de luistervinkende Lenovo pr-man weet te melden dat het vehikel op biobrandstof rijdt. Hadden we al gezegd dat we hier waren voor een sustainability-update?
Duurzame innovaties
Een grote energievreter in de industrie zijn de processen waar (veel) warmte bij te pas komt. Lenovo is er alvast in geslaagd om de temperaturen van de ovens in de productielijnen te verlagen. Een minstens zo belangrijke innovatie is echter een technologie die ‘low-temperature solder’ heet. Bij de assemblage van laptops, workstations, monitors en aanverwante hardware komt immers flink wat soldeerwerk kijken. Lenovo ontwikkelde in eigen huis een procedé waarmee er aan veel lagere temperaturen kan worden gesoldeerd. Alleen al door deze ingreep vermindert de uitstoot van het bedrijf met 4.740 MTCO2 (metric tons of carbon dioxide) per jaar.
De nieuwe soldeertechniek is inmiddels toegepast bij de productie van 14 miljoen laptops. Lenovo stelt zich bovendien niet egoïstisch op, want het geeft het procedé kosteloos weg aan andere geïnteresseerde producenten, zodat ook zij op deze manier hun CO2-voetafdruk kunnen verkleinen. Op het moment van schrijven waren al 18 toeleveranciers (van onder meer SSD-opslagmedia, vingerafdrukscanners en displays) overgeschakeld op low-temperature solder, en waren nog eens 18 andere fabrikanten bezig om de overstap te maken.
21 miljoen waterflessen (uitgespaard)
Geen Net Zero-verhaal zonder recycling. Volgens Lenovo bevat intussen honderd procent van de ThinkPad-laptops (en 298 producten in totaal) materialen die in een eerder leven in andere consumentenapparaten zaten. In de praktijk gaat het vooral om plastics, meer specifiek om 136 miljoen kilo van het goedje dat tot nu toe door de fabrikant is herwerkt. Vandaag bestaat al 90 procent van de plastic verpakking van pc’s uit gerecycleerd materiaal, bij de smartphones van Lenovo (bekend onder de merknaam Motorola) bedraagt die hoeveelheid 60 procent. En alvast een schot voor de boeg – we komen er zo nog uitgebreid op terug: tegen het einde van dit jaar wil Lenovo het plastic volledig (!) bannen uit de verpakkingen van zijn ThinkPad-portfolio. Dat komt neer op een besparing van 193 ton plastic, vergelijkbaar met de packaging van 21 miljoen waterflessen. Alleen al dit jaar, welteverstaan.
Herwonnen plastic keert bij Lenovo inmiddels ook terug in het design. Een voorbeeld daarvan zijn bepaalde Legion gaming-laptops. Delen van de behuizing bestaan uit gerecycleerde, samengeperste stukjes plastic die Lenovo onder meer afneemt bij een niet nader genoemde vliegtuigfabrikant. Beter voor het milieu, en het ziet er nog gelikt uit ook. Lenovo heeft er zelfs een naam voor bedacht: vegan leather. In de nieuwe ThinkPad X- en Z-series zitten exemplaren waarvan de covers voor 95 procent uit van dat vegan leather bestaan, dan wel voor 75 procent uit gerecycleerd aluminium.
Een ander voorbeeld is de Tablet P12 Pro: de behuizing van dat toestel bestaat volgens Lenovo voor honderd procent uit gerecycleerd materiaal, een primeur voor een tablet. Dit ‘sustainable fashion design’ vloeit voort uit samenwerkingen met onder andere modeontwerpster Stella McCartney (de dochter van, inderdaad) en studenten van Central Saint Martin, een opleidingsinstituut voor kunst en design in Londen, die duurzaamheid hoog in het vaandel dragen.
Koelen met vloeistof
Enorme slokoppen van energie, dat is alom bekend, zijn datacenters. En het einde daarvan is verre van in zicht, want het stroomverbruik van deze centers zal tegen 2030 naar verwachting verviervoudigen. Slecht nieuws in een wereld waar nog maar zeven procent van de energie afkomstig is uit hernieuwbare bronnen, en nog steeds 67 procent van fossiele brandstoffen als steenkool en olie.
‘Elke watt aan elektriciteit die je in een datacenter center stopt, komt eruit als warmte. Maar nog schrikbarender: meer dan dertig procent van alle energie die het datacenter opsoupeert, gaat naar de ventilatoren en airco’s die nodig zijn om de boel te koelen’, vertelt Scott Holland, Thermal Engineer bij Lenovo. ‘Aan de voorkant van het rack, de cold isle, wordt koude lucht aangezogen, en aan de achterkant komt de lucht er warm uit – dit is de standaardsituatie in negentig procent van de datacenters wereldwijd. En dat vreet dus dertig procent van alle energie: het berekent geen data, het slaat geen data op, het verplaatst alleen lucht van de ene kant van het datacenter naar de andere…’
Daar komt bij dat hoofdprocessors, GPU’s en geheugenmodules steeds meer stroom nodig hebben. Van 145 watt voor een CPU uit 2014 tot 500 watt voor een modern exemplaar, en van 250 watt voor een GPU van een kleine tien jaar geleden tot 750 watt in de volgende generatie. De traditionele manieren van koelen (ventilatoren vooral) dreigen de komende jaren ontoereikend te worden, los van het feit dat ze absurd veel energie verbruiken.
De sleutel ligt volgens Lenovo bij koeling met water en andere vloeistoffen, technologie die het bedrijf al sinds 2012 door evolueert in zijn Neptune-producten. Het gamma omvat waterkoelingssystemen voor complete racks in datacenters en directe waterkoeling voor ThinkSystem Rack Servers als de SD650, die volledig fanless (ventilatorloos) hun ding doen. De nieuwste generatie Neptune-hardware die we in Lenovo’s labo’s mochten aanschouwen, ziet er imposant uit, met een design dat uitpuilt van de koperen (water)leidingen en elementen die alle componenten op het circuit, van voeding tot processors, van koeling voorzien. Voor wie er het fijne van wil weten: het water stroomt aan een temperatuur van 45 graden Celsius in het systeem en komt er aan 53 à 55 graden weer uit. Die toevoertemperatuur lijkt nog vrij hoog, maar volgens Holland is dat nu eenmaal de ideale temperatuur om alle componenten op de meest energie-efficiënte manier ‘cool genoeg’ te houden.
In een perfecte wereld gebruik het datacenter liefst uitsluitend hernieuwbare energie, is de hardware watergekoeld én krijgt het afgevoerde water een tweede bestemming. Een voorbeeld daarvan vinden we bij het Massachusetts Green High Performance Computer Center, dat onderdak biedt aan de supercomputers van (onder meer) het MIT, Boston University en Harvard University. De stroom is er afkomstig van waterkrachtcentrales, de systemen worden met vloeistoffen gekoeld en het restproduct is veel nuttiger dan warme lucht, waar je weinig mee kan doen. Met warm water daarentegen kan je gebouwen en zwembaden in de nabije omgeving verwarmen, of zelfs een douche nemen.
Bamboe en lijnzaad
Op de slotdag van ons bezoek spreken we met Lenovo-topman Tom Butler, die onder meer verantwoordelijk is voor alles wat met de ThinkPad-notebooks te maken heeft. Ook met de verpakking van die toestellen, iets wat hem duidelijk na aan het hart ligt. Butler begint zijn verhaal namelijk met een grotendeels vergaan stuk verpakkingsmateriaal. Het blijkt te gaan om een ‘ThinkPad-doos’ van bamboe en suikerriet die hij in juni 2022 in zijn achtertuin heeft gegooid, en waar ruim een jaar later dus nauwelijks nog iets van over is.
Eind dit jaar moeten alle ThinkPad-verpakkingen honderd procent vrij zijn van plastic, en vervangen zijn door dit soort groene, makkelijk afbreekbare alternatieven – goed voor een besparing van 193 ton plastic. Ook piepschuim verdwijnt uit de dozen, en zelfs een klein onderdeel als een dongle wordt niet langer in plastic verpakt, maar in een ‘groen’ zakje van bamboevezels. Tegelijk maakt Lenovo in toenemende mate gebruik van lijnzaad als organisch duurzaam materiaal. ‘Het vlas van lijnzaad is een afvalproduct van de oogst, maar uitstekend bruikbaar voor de behuizing van computers en tablets. Op een toestel als de ThinkPad Z13 zorgt het bovendien voor een unieke look’, aldus Butler.
Natuurlijk ogen al die groene, maar in de praktijk bruine verpakkingen van Lenovo niet zo hip als die van pakweg Apple, dat er een halszaak van maakt om het unpacken tot een ervaring op zich te verheffen. ‘Absoluut waar’, beaamt Butler. ‘Maar dit moet de tegenhanger, het verantwoorde alternatief worden voor zo’n glossy box. Daarom gaan we onze boodschap ook duidelijk op de verpakking vermelden, met een sticker en een QR-code, zodat de consument weet wat onze beweegredenen zijn.’ Het moet afgelopen zijn met piepschuim en plastic, klinkt het bevlogen, en de consument hoeft daarvoor niet dieper in de buidel te tasten. ‘Het kost ons behoorlijk wat aan R&D, maar we gaan onze producten niet duurder maken. De consument die samen met ons voor duurzaamheid kiest, hoeft daar financieel niet de dupe van te zijn.’
Hoeveel e-troep maken we eigenlijk met z’n allen?
Nóg meer recycleren, en apparaten maken die langer meegaan en beter te repareren zijn – bijvoorbeeld door het gebruik van modulaire, vlot vervangbare componenten. Computerbouwers zetten er zwaar op in, maar er is nog een hele lange weg te gaan. Dat wordt elk jaar weer pijnlijk duidelijk op 14 oktober, de dag die in 2018 tot International E-Waste Day is uitgeroepen.
Als schot voor de boeg: in 2023 zullen we volgens de Verenigde Naties per persoon 8 kilo elektronisch afval genereren. Dat betekent dat er dit jaar in totaal 61,3 miljoen ton e-waste wordt weggegooid – een berg troep die meer weegt dan de complete Chinese muur (die zo’n 21.000 kilometer lang is). Voorlopig wordt wereldwijd slechts 17,4 procent van dat afval, een mix van schadelijke stoffen en kostbare materialen, op de juiste manier ingezameld, verwerkt en gerecycled. De resterende 50,6 miljoen ton wordt gestort, verbrand, illegaal verhandeld of gewoon thuis bewaard.
Het thuis ‘hamsteren’ van oude elektronica vormt een toenemende bron van bezorgdheid. Uit recent onderzoek van UNITAR en het WEEE-forum, in zes Europese landen, bleek dat van de gemiddeld 74 elektronische toestellen in een gezin, er 13 in kasten en schuiven eindigen (9 werkend maar ongebruikt, 4 defect). Op die manier belanden de waardevolle en zeldzame grondstoffen in de apparaten niet opnieuw in de productiecyclus, en gaan ze verloren. Terwijl sommige van die resources, de zogeheten Critical Raw Materials, essentieel zijn voor de groene transitie. Het blijven ontginnen van nieuwe materialen leidt immers onherroepelijk tot uitputting van bronnen en bijkomende schade aan het milieu. Niet voor niets ligt de focus van de volgende International E-Waste Day, op 14 oktober, op dit soort ‘onzichtbaar’ elektronisch afval.
In samenwerking met Data News