Maakbedrijven hebben moeite om digitale kansen te benutten
Voor maakbedrijven die aan elkaar toeleveren is het geautomatiseerd uitwisselen van gegevens van groot belang om op langere termijn concurrerend te blijven. Voor partijen die meer aan het einde van de productieketen (downstream) acteren is vooral tijdige keteninformatie over aanbodverstoringen van belang. Andersom zijn het vooral vraagveranderingen bij eindfabrikanten die vertraagd in de keten doorsijpelen en via een zweepslag- of opslingereffect tot grote volatiliteit bij partijen aan het begin van de keten leiden. Geautomatiseerde informatievoorziening is daardoor voor de hele keten van belang om sneller op onvoorziene omstandigheden te kunnen anticiperen. Zo gaan digitale koppelingen steeds vaker als voorwaarde gelden om te mogen leveren. Terwijl 1 op 3 maakbedrijven nog geen ERP-software gebruikt.
Voor maakbedrijven die aan elkaar toeleveren is het geautomatiseerd uitwisselen van gegevens van groot belang om op langere termijn concurrerend te blijven. Hoe meer bedrijven zijn aangehaakt bij een digitale productieketen, hoe groter de voordelen voor de keten als geheel.
Door eerst een solide digitale basis te creëren en geleidelijk op te schalen kunnen bedrijven deze voordelen optimaal benutten. Druk vanuit eindproducenten en sectorbrede datastandaarden versnellen dit proces.
Maar er zijn ook vertragende factoren. Niet de technologische mogelijkheden, maar moeizame acceptatie en implementatie staan ketendigitalisering vaak nog in de weg.
Vooral kleinere toeleveranciers hebben moeite om digitale kansen te benutten. Brancheorganisaties en grotere afnemers uit de branche kunnen hen daarbij ondersteunen.
Samenwerken, schaal vergroten en investeren in ICT-kennis en -kunde is de weg vooruit. Daarnaast is het zaak ervaring met digitale toepassingen op te doen en kan deelname aan één van de vele branche-initiatieven uitkomst bieden.