Uber krijgt privacyboete van 10 miljoen euro van AP
Uber krijgt een boete van 10 miljoen euro opgelegd door de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Het bedrijf is onvoldoende duidelijk geweest over zijn bewaartermijn voor gegevens van Europese chauffeurs, en naar welke landen deze gegevens zijn doorgestuurd. De toezichthouder oordeelt dat Uber chauffeurs beter en zorgvuldiger had moeten informeren. Ook maakte Uber het chauffeurs moeilijk om hun privacyrechten uit te oefenen.
Aleid Wolfsen, voorzitter AP: “Chauffeurs hebben er recht op te weten hoe Uber met hun persoonsgegevens omgaat. Dit was echter ondoorzichtig; Uber had chauffeurs beter en zorgvuldiger moeten informeren. Transparantie is één van de pijlers van bescherming van persoonsgegevens. Als je niet weet wat er met jouw gegevens gebeurt, dan weet je ook niet of je benadeeld of oneerlijk behandeld wordt, en kun je niet voor je rechten opkomen.”
'Inzageverzoek indienen was te ingewikkeld'
Uber maakte het volgens de AP onnodig ingewikkeld om een verzoek in te dienen en hun gegevens in te zien of te ontvangen. Zo konden chauffeurs via de app een digitaal formulier invullen om inzage te vragen in gegevens. Dit formulier zat echter diep en te verspreid in allerlei menu's, en had volgens de AP op een logischere plek kunnen staan. Ook wijst de toezichthouder erop dat Uber als reactie op een inzageverzoek informatie in een bestand zette, maar persoonsgegevens niet altijd structureerde. De data was daardoor lastig te interpreteren.
Ook gaf Uber in zijn privacyvoorwaarden onvoldoende aan hoe lang het gegevens van chauffeurs bewaart, en welke specifieke beschermingsmaatregelen het bedrijf neemtbij doorgifte van de data naar landen buiten de Europese Economische Ruimte (EER). Wolfsen: “Dit laat zien dat Uber een dermate hoge drempel plaatste wanneer chauffeurs hun recht op privacy wilden uitoefenen en dat mag niet. Uber had de chauffeurs juist moeten faciliteren. Dat staat ook in de wet.”
Klacht van Franse chauffeurs
Aanleiding voor de boete is een klacht van ruim 170 Franse chauffeurs bij de Franse belangenorganisatie op het gebied van mensenrechten Ligue des droits de l’homme et du citoyen (LDH). LDH diende hierop een klacht in bij de Franse privacytoezichthouder. De klacht is vervolgens doorgestuurd naar de AP, aangezien het Europese hoofdkantoor van Uber in Nederland is gevestigd.