Chinese hackersgroep aangeklaagd voor cyberinbraken gericht op Amerikaanse burgers en bedrijven
Het Amerikaanse ministerie van Justitie heeft zeven Chinese staatsburgers aangeklaagd voor hun betrokkenheid bij een grootschalige cyberinbraakcampagne die gericht was op Amerikaanse burgers, bedrijven en politici. De groep, die bekend staat als APT31, wordt ervan beschuldigd meer dan 10.000 kwaadaardige e-mails te hebben verstuurd naar duizenden slachtoffers over de hele wereld.
De aanklacht is een belangrijke stap in de Amerikaanse inspanningen om Chinese cyberinbraken te bestrijden. Het is een signaal dat de VS niet zullen tolereren dat de Chinese regering Amerikaanse burgers en bedrijven aanvalt. De aanklacht komt nadat de Britse regering China er ook van beschuldigde verantwoordelijk te zijn voor ‘kwaadwillige cybercampagnes’ gericht tegen de kiescommissie en politici van het land zo meldt de BBC.
De aanklacht beschuldigt de beklaagden van:
Samenzwering om computerinbraken te plegen: De beklaagden worden ervan beschuldigd computersystemen te hebben gehackt van Amerikaanse overheidsfunctionarissen, Amerikaanse en buitenlandse politici, dissidenten, journalisten, bedrijven en andere entiteiten.
Samenzwering tot het plegen van telegrafische fraude: De beklaagden worden ervan beschuldigd valse en misleidende e-mails te hebben verstuurd om hun slachtoffers te misleiden tot het openen van kwaadaardige bijlagen of het klikken op links die hen naar met malware besmette websites leidden.
Economische spionage: De beklaagden worden ervan beschuldigd handelsgeheimen en andere gevoelige informatie te hebben gestolen van Amerikaanse bedrijven.
De inspanningen van de APT31-groep werden volgens de VS gesteund door het Chinese ministerie van Staatsveiligheid (MSS). De groep had als doel:
Onderdrukking van dissidenten: De beklaagden richtten zich op Chinese dissidenten die in het buitenland wonen, evenals op Amerikaanse burgers en anderen die de Chinese regering bekritiseerden.
Verwerving van economische inlichtingen: De beklaagden stalen gevoelige informatie van Amerikaanse bedrijven om de Chinese economie te bevoordelen.
Beïnvloeding van Amerikaanse verkiezingen: De beklaagden richtten zich op Amerikaanse politici en campagnes in een poging de Amerikaanse verkiezingen te beïnvloeden.
De Amerikaanse procureur-generaal Merrick Garland: "Het ministerie van Justitie zal de inspanningen van de Chinese regering niet tolereren om Amerikanen te intimideren die het publiek dienen, de dissidenten die door de Amerikaanse wetten worden beschermd het zwijgen op te leggen of van Amerikaanse bedrijven te stelen."
FBI-directeur Christopher Wray vult aan: "Deze aanklacht legt de voortdurende en onbezonnen pogingen van China bloot om de cyberveiligheid van ons land te ondermijnen en de Amerikanen en onze innovatie aan te vallen."
Assistent-procureur-generaal Matthew Olsen van de National Security Division: "De aankondigingen van vandaag onderstrepen de noodzaak om waakzaam te blijven voor bedreigingen van de cyberveiligheid en het potentieel voor cyber-enabled buitenlandse kwaadaardige invloedsinspanningen, vooral nu we de verkiezingscyclus van 2024 naderen."
Een woordvoerder van de Chinese ambassade in Washington DC zegt tegen de BBC dat zonder geldig bewijs de relevante landen tot een ongegronde conclusie zijn gekomen en ongegronde beschuldigingen hebben geuit".