China zet nieuw investeringsfonds van 43 miljard euro voor chips op

Met de door de overheid gesteunde investeringsfondsen hoopt China zelfvoorzienend te worden op het gebied van halfgeleiders, schrijft Reuters. Dat is extra belangrijk geworden voor het land nadat de Verenigde Staten in de afgelopen jaren een reeks exportbeperkingen hebben opgelegd, uit angst dat China geavanceerde chips gebruikt om zijn militaire mogelijkheden te vergroten. 

Het Chinese ministerie van Financiën stak 60 miljard yuan, zo'n 17% van het totale bedrag, in het fonds. Daarnaast investeerde de China Development Bank Capital 10,5% van het totale bedrag. Andere grote investeerders zijn de Industrial and Commercial Bank of China, China Construction Bank, Agricultural Bank of China, Bank of China en Bank of Communications. Deze vijf banken investeerden ieder 6% van het totaalbedrag. 

Dit investeringsfonds vormt de derde fase en het grootste fonds dat de zogenaamde China Integrated Circuit Industry Investmend Fund, ook bekend als de Big Fund. De eerste fase begon al in 2014, toen er een fonds van 138,7 miljard yuan (nu zo'n 17,6 miljard euro) werd opgezet. In 2019 volgde een tweede fonds, van 204 miljard yuan (nu zo'n 26 miljard euro). Bij de derde fase ligt de focus van de investeringen naar verwachting op apparatuur om chips mee te fabriceren.