David van den Berg: 'Digital Realty krijgt steeds meer vragen over duurzaamheid, AI en security'

Van den Berg maakte eerder dit jaar de overstap van HPE (waar hij in 2021 een Dutch IT Channel Award won als Sales manager of the Year) naar Digital Realty. Toen hij werd benaderd was hij meteen enthousiast. “Bij HPE werkten we al samen met Digital Realty en vanuit mijn functie daarvoor, bij Verizon, had ik ook al ervaring met datacenters. Ik heb een fascinatie voor het onderwerp. In de ogen van veel mensen zijn datacenters lelijke energieslurpende gebouwen, maar we moeten niet vergeten dat bijna alles dat we op onze smartphone doen mede mogelijk wordt gemaakt door datacenters. Daarnaast zie je bij verschillende bedrijven discussies over of iets wel of niet in de publieke cloud moet staan. Die vraagstukken en die complexiteit spreken me aan.”

Hij is in een heel andere wereld terecht gekomen. “De gesprekken gaan hier vaak over fysieke assets zoals ruimte. Daarnaast spelen koeling en energie een bepalende rol. Dat is heel anders dan praten over software. Samen met mijn team organiseer ik ook rondleidingen aan klanten, partners en prospects. Dat is een mooi nieuw aspect. Mensen vinden het bijzonder om te zien wat er hier gebeurt. Het is ook mooi hoeveel pure vakmensen hier werken, bijvoorbeeld als het gaat om het zo efficiënt mogelijk vullen van al onze ruimtes. We spelen hier eigenlijk een soort Tetris voor gevorderden. Ik voel me hier nog altijd een beetje Alice in Wonderland, op een goede manier.”

Ecovriendelijk

In zijn functie praat Van den Berg veel met klanten en prospects. “Dat zijn zowel de grote hyperscalers als allerlei andere bekende en minder bekende bedrijven”, legt hij uit. Gesprekken gaan vaak over duurzaamheid. “Bij een aantal nieuwe vestigingen hebben we geïnvesteerd in duurzame warmte-koude opslag, waarmee je voor de koeling de verschillen tussen de seizoenen kunt uitvlakken. Daarmee besparen we fors op de elektriciteit. In plaats van de warmte uit het datacenter zomaar de lucht in te blazen, slaan we het onder de grond op. In de zomer gebruiken we de relatief koude lucht uit de winter en in de winter de relatief warme lucht uit de zomer.”

Van den Berg gaat verder: “Na het elektriciteitsgebruik van de computers van onze klanten, is de koeling de grootste energieverbruiker. Het mooie is dat we daarmee veel energie besparen ten opzichte van individuele kleinere datacenters van klanten zelf, die daar niet in kunnen investeren. We zijn ook bezig met het minimaliseren van afval en het op een goede manier verwerken daarvan. Dus van die lelijke energieslurpende gebouwen is zeker geen sprake. Het zijn juist hypermoderne gebouwen die alles qua energie zo efficiënt mogelijk doen.”

“De energietransitie is volop aan de gang”, vervolgt hij. “Wij vinden dat zelf belangrijk, maar klanten vragen het ook van ons. Het is eigenlijk geen optie meer om niet met duurzaamheid bezig te zijn. Ik merk wel dat er nog regelmatig bedrijven zijn die verbaasd zijn door wat wij op dat gebied allemaal doen.”

Uitdagingen

Digital Realty is met 310 datacenters in de wereld al groot, maar is nog lang niet uitgegroeid. Het bouwt nu in de gemeente Haarlemmermeer aan AMS 11. “We maken daar gebruik van de nieuwste inzichten in warmte en koeling. Daarnaast houden we ook rekening met het ontwerp. Er komt begroeiing tegen de muren, zodat het gebouw beter in de omgeving past.”

In Amsterdam mogen van de gemeente voorlopig geen nieuwe datacenters meer gebouwd worden. Er is daarnaast sowieso weinig ruimte en ook het volle stroomnet is een grote uitdaging. Tegelijkertijd zijn datacenters onmisbaar geworden. Van den Berg pleit voor een open discussie over de toekomst ervan. “We hebben datacenters allemaal nodig voor de apps op onze telefoons, streamingdiensten en elektrische auto’s. Maar ze moeten wel ergens staan. We moeten nadenken over hoe we ze een plek geven in onze samenleving, waarbij je ook kijkt naar voordelen zoals stadsverwarming en werkgelegenheid. De regelgeving, de ruimte en het stroomnet zijn voor ons natuurlijk flinke uitdagingen, maar het lukt ons tot nu toe erg goed om daarin te navigeren.” 

Nieuwe AI-spelers

De groei van AI gaat alleen maar meer vragen van datacenters, zo ziet hij. “Iedereen merkt hoe AI op ons afkomt. Wij lopen hier eigenlijk nog wat vooruit op die golf. Er wordt hier gebouwd door bedrijven die zich bezighouden met het trainen of uitvoeren van nieuwe AI-modellen. Dat zorgt ervoor dat we de laatste tijd ook met veel nieuwe namen te maken krijgen, die we vaak nog helemaal niet kennen. Dat is anders dan we gewend zijn.”

Die AI-spelers hebben andere eisen qua technologie. “De koeling gaat vaak met behulp van water en ze gebruiken speciale chips. Per rack wordt er veel meer stroom verbruikt. Datacenters hebben een bepaalde hoeveelheid stroom die ze maximaal kunnen verbruiken. Als daarvoor minder ruimte nodig is, houd je dus vierkante meters over. Je moet gaan nadenken over toepassingen voor die overgebleven ruimte. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden voor de backup van belangrijke data. Daarvoor is namelijk maar weinig stroom nodig.”

Ransomware

Het is geen toeval dat hij backup als mogelijke toepassing noemt. Ransomware-aanvallen zijn een groeiend gevaar en dat merkt Digital Realty. “Het is heel belangrijk dat je als bedrijf na een aanval weer snel bij je data kunt. Wij kunnen zorgen voor de opslag van die gegevens, maar ook voor de bouw van aanpalende warrooms, die ervoor zorgen dat je de data weer opnieuw kunt inladen.” Security is sowieso belangrijk voor Digital Realty. “De laatste jaren merken we veel vraag van cloudsecurity-vendoren. Wij geven dat soort internationale bedrijven hier een ‘point of presence’ in West-Europa, wat voor hun security en de nabijheid van klanten erg belangrijk is.”

Daarnaast wordt de fysieke veiligheid van data vaak onderschat, zo vindt hij. “Wij hebben heel veel manieren om te voorkomen dat mensen met kwade bedoelingen hier fysiek bij de data kunnen komen. We denken ook goed na over eventuele calamiteiten in en om het datacenter, zoals stroomuitval.”

De Nederlandse tak van Digital Realty heeft deels internationale bedrijven als klant die, zoals hij al zei, in Amsterdam een point of presence in West-Europa willen hebben. “Andersom praten we veel met Nederlandse bedrijven die ook in het buitenland actief zijn. Met meer dan 300 datacenters in zes continenten kunnen wij ze helpen met hun datacenterstrategie in de rest van de wereld.”