Amerikaanse anti-trustzaak tegen Amazon mag toch doorgaan
Een beroepshof in Washington DC heeft en eerder besluit teruggedraaid in de anti-trustzaak van de Amerikaanse overheid tegen Amazon. Het vindt dat er voldoende bewijs is om door te gaan.
Het District of Columbia Court of Appeals oordeelde donderdag dat er voldoende bewijs was van concurrentiebeperkend gedrag door Amazon om de antitrustzaak van Washington DC tegen de e-commerce gigant door te laten gaan. De beslissing is in tegenspraak met een eerdere uitspraak van een lagere rechtbank waarin de vraag van Amazon om de zaak te verwerpen werd aanvaard.
Oneerlijk prijsbeleid
In 2021 diende de toenmalige procureur-generaal van Washington DC Karl Racine een klacht in tegen Amazon. Hij stelde dat het prijsbeleid van het bedrijf oneerlijk zou zijn, omdat het de prijsstelling op concurrerende platforms beïnvloedt. In de rechtszaak werd beweerd dat Amazon prijsafspraken had gemaakt doordat zijn contracten en zijn beleid externe verkopers en consumenten benadeelden.
Amazon slaagde erin de zaak in maart 2022 te laten seponeren. Nu heeft het hof van beroep bepaald dat de beweringen van Racine aannemelijk genoeg zijn om de zaak door te laten gaan. Het vonnis stelt dat het aannemelijk is ‘dat Amazon ofwel al monopoliemacht heeft over online marktplaatsen, of dicht bij een gevaarlijke waarschijnlijkheid van het bereiken van monopoliemacht is.’
'Amazon berooft handelaren van prijsvrijheid'
Het Open Markets Institute, een progressieve belangenorganisatie, juichte de beslissing toe. ‘Hoewel Amazon aan externe verkopers aanzienlijke commissies en vergoedingen in rekening brengt, die neerkomen op een belasting van maar liefst de helft van de verkoopprijs, verbiedt het bedrijf verkopers om lagere prijzen aan te bieden op goedkopere concurrerende platforms, en hun eigen sites”’ aldus de groep. ‘Met andere woorden, online verkopers moeten de Amazon belasting in hun prijzen verwerken, waar ze hun goederen ook verkopen. Verder dwingt Amazon leveranciers om zijn winstmarges op de verkoop van hun goederen te garanderen. Dit gedrag berooft handelaren en leveranciers van prijsvrijheid, belemmert op oneerlijke wijze de groei van concurrenten en verhoogt uiteindelijk de prijzen voor consumenten.’
Amazon weerlegde de aanklacht. ‘We zijn het niet eens met de beschuldigingen van het District of Columbia en kijken ernaar uit om in de rechtszaal feiten te presenteren die aantonen hoe goed dit beleid is voor consumenten.’, aldus een woordvoerder tegenover The Register. ‘Net als elke winkeleigenaar die geen slechte deal aan zijn klanten wil aanprijzen, benadrukken of promoten wij geen aanbiedingen die niet scherp geprijsd zijn.’