VMware schikt in zaak over vermeende kunstmatige verkoopachterstand
VMware schikt voor 102,5 miljoen dollar in een rechtszaak aangespannen door boze aandeelhouders. De zaak draait om vermeende creatie van een kunstmatige verkoopachterstand, waarmee VMware teruglopende verkoopcijfers zou hebben willen verbergen. Het gaat om een class action-rechtszaak, die iedereen vertegenwoordigd die tussen 24 augustus 2018 en 27 februari 2020 aandelen van VMware kocht of verkocht. De zaak heeft daarmee betrekking op ongeveer 54,9 miljoen aandelen.
Volgens recente gerechtelijke documenten hebben VMware en de advocaten van de eiser een akkoord bereikt over de schikking, waarvan naar schatting $75,6 miljoen naar de leden van de eiser zal gaan na aftrek van juridische kosten. Hoewel het in de zaak schikt, aanvaardt VMware geen verantwoordelijkheid voor de beschuldigingen blijkt uit de gerechtelijke documenten.
Overeenkomsten met eerdere schikking met SEC
De situatie lijkt veel op een eerdere zaak die de Amerikaanse Securities and Exchange Commission (SEC) in september 2022 met VMware heeft geschikt. In dat geval beschuldigde de SEC het bedrijf ervan investeerders te misleiden door omzet naar toekomstige kwartalen te verschuiven door de levering van producten uit te stellen. Deze herhaalde juridische problemen kunnen het vertrouwen van investeerders in VMware ondermijnen en leiden tot voortdurende onzekerheid over de bedrijfspraktijken en de transparantie van het bedrijf.
Meer over juridisch
Over Wouter Hoeffnagel
