Intel wint zaak tegen EU na vernietiging boete van 1,06 miljard euro

De boete werd in 2009 opgelegd door de Europese Commissie, omdat Intel volgens de Commissie misbruik zou hebben gemaakt van haar dominante positie op de markt voor computerchips. De Commissie beweerde dat Intel kortingen had gegeven aan computerfabrikanten op voorwaarde dat zij alleen of bijna alleen chips van Intel kochten.

Intel vocht de boete aan en in 2022 vernietigde het Gerecht, het tweede hoogste gerecht van de EU, een deel van de beslissing van de Commissie. Het Gerecht oordeelde dat de Commissie niet had aangetoond dat de kortingen van Intel daadwerkelijk de concurrentie hadden beperkt.

De Commissie ging in beroep tegen deze uitspraak, maar het hooggerechtshof heeft het beroep nu afgewezen. Dit betekent dat de boete van 1,06 miljard dollar definitief is vernietigd.

Beroep

Intel heeft laten weten dat het "blij" is met de uitspraak en dat het "eindelijk dit deel van de zaak achter zich kan laten". De Europese Commissie heeft aangekondigd dat het de uitspraak "zorgvuldig zal analyseren".

Het is nog niet het einde van de juridische strijd tussen Intel en de EU. De Commissie heeft namelijk in 2023 een nieuwe boete van €376 miljoen opgelegd aan Intel, gericht op andere gedragingen van Intel die volgens de Commissie wel concurrentieverstorend waren. Intel heeft ook tegen deze boete beroep aangetekend.

Deze zaak is een belangrijke zaak voor het mededingingsrecht van de EU. Het is namelijk de eerste keer dat een boete van meer dan €1 miljard aan een bedrijf in de EU is vernietigd. Het is ook een belangrijke zaak voor Intel, omdat het bedrijf nu definitief is vrijgesproken van de beschuldigingen van misbruik van een dominante positie.