AP kan buiten EU moeilijk boetes innen

Zonder internationale verdragen zijn er volgens het onderzoek vrijwel geen juridische instrumenten om buitenlandse bedrijven te dwingen boetes te betalen. De AP onderzoekt nu alternatieve manieren om toch druk uit te oefenen, zoals het leggen van beslag op merknamen of het verhalen van onderzoekskosten.

Beperkte mogelijkheden

De beperkte mogelijkheden van de AP hebben te maken met het ontbreken van een internationaal verdrag dat de uitvoering van buitenlandse boetes regelt. Rechters in landen als de Verenigde Staten zijn over het algemeen niet bereid om boetes opgelegd door buitenlandse toezichthouders te erkennen en af te dwingen.

Brief aan de Kamer

De AP gaat nu een brief aan de Tweede Kamer sturen waarin de beperkingen worden toegelicht en waarin wordt aangegeven waar de wetgever kan helpen om de mogelijkheden van de AP te vergroten. Deze brief zal ook worden gebruikt om de beperkte mogelijkheden van de AP toe te lichten in het kader van de zaak tegen Clearview AI.

Wat betekent dit?

De beperkte mogelijkheden van de AP om boetes te innen van buitenlandse bedrijven hebben gevolgen voor de handhaving van de AVG. Bedrijven die buiten de EU gevestigd zijn, kunnen zich moeilijker verantwoordelijk houden voor het overtreden van Europese privacywetgeving. Dit kan leiden tot een oneerlijke concurrentie en tot minder bescherming voor de privacy van Europese burgers.

Volgende stappen

De AP zal de komende tijd blijven werken aan het vinden van oplossingen voor dit probleem. Zo zal de AP in gesprek gaan met andere Europese toezichthouders en met de Europese Commissie om te kijken of er op Europees niveau iets kan worden gedaan. Daarnaast zal de AP blijven lobbyen bij de Nederlandse wetgever voor aanpassingen aan de wetgeving.