Nederlands Materialen Observatorium gaat risico's rond kritieke grondstoffen monitoren
Het kabinet wil ongewenste afhankelijkheden rond kritieke grondstoffen en halfgeleiders effectiever aanpakken. Het gaat onder meer om grondstoffen voor halfgeleiders en apparaten als mobiele telefoons. Het Nederlands Materialen Observatorium (NMO) moet risico's in kaart brengen en monitoren.
![Nederlands Materialen Observatorium gaat risico's rond kritieke grondstoffen monitoren image](https://optimise2.assets-servd.host/dim-platform/production/uploads/articles/FOTOGRAAF-VERMELDEN-dirk-beljaarts-ez-01-2025-Martijn-Beekman.png?w=1200&q=82&auto=format&fit=crop&dm=1735900017&s=9d8fdbf52826c5761b6b3e6e6d7c1e52)
Het NMO is een initiatief van het ministerie van Economische Zaken. Het moet een compleet inzicht geven in de leveringsrisico’s en uiteenzetten hoe Nederland hierop moet inspelen. De Europese Unie hanteert een lijst van 34 kritieke grondstoffen met groot economisch belang, waaronder lithium, iridium en kobalt. De aanvoer van deze materialen is cruciaal voor de energie- en digitaliseringstransitie, de gezondheidszorg, veiligheid en sectoren zoals defensie en ruimtevaart. Van deze grondstoffen zijn er 17 als strategisch aangemerkt, wat betekent dat een verstoring in de toelevering aanzienlijke risico’s met zich meebrengt.
Monitoren, analyseren en waarschuwen
Het NMO monitort, in samenwerking met kennisinstellingen, buitenlandse observatoria en het bedrijfsleven, de ketens van kritieke grondstoffen. Daarnaast analyseert de organisatie de kwetsbaarheid van de waardeketen per grondstof en geeft het een waarschuwingssignaal aan bedrijven en overheid bij dreigende verstoringen in de grondstoffenvoorziening.
Veel kritieke grondstoffen worden grotendeels buiten Europa geproduceerd, met sommige landen die tot 90% van de wereldproductie in handen hebben. Om deze afhankelijkheid te verminderen, streeft de EU ernaar om in 2030 minstens 10% van de jaarlijkse consumptie van strategische grondstoffen in de EU te winnen, 40% binnen de EU te raffineren en 25% te recyclen. Daarnaast mag de afhankelijkheid van één enkel land niet hoger zijn dan 65%.
Het kabinet werkt binnen de Nationale Grondstoffenstrategie aan het versterken van de leveringszekerheid door risico’s in kaart te brengen, strategische voorraden te overwegen en de circulaire inzet van kritieke grondstoffen te stimuleren. De Geologische Dienst Nederland, onderdeel van TNO, voert het NMO uit in samenwerking met het bedrijfsleven, brancheorganisaties en onderzoekers in opdracht van het ministerie van Economische Zaken.
'Nederland neemt haar verantwoordelijkheid'
Minister Dirk Beljaarts (Economische Zaken): “Het observatorium gaat relevant werk doen. Bijvoorbeeld door uit te zoeken waar we te afhankelijk zijn, maar ook wat de alternatieven zijn zoals afname uit andere landen of hergebruik. Nu is ons beeld nog incompleet en kunnen we niet snel genoeg handelen wanneer het nodig is bij leveringsrisico’s.”
De minister vervolgt: “Nederland neemt haar verantwoordelijkheid om Europese risicovolle afhankelijkheden aan te pakken. We hebben zelf weinig kritieke grondstoffen in de bodem, maar kunnen bijvoorbeeld een verwerkende schakel in de raffinage zijn. We zijn immers een belangrijk in- en doorvoerland met onze havens en achterlandverbindingen. Door bovendien in te zetten op innovatie of circulariteit van producten, creëren we minder schaarse alternatieven en nieuwe economische waarde.”
Foto: Martijn Beekman