Medewerkers met een beperking of migratieachtergrond ervaren vaker ongewenst gedrag
Highberg kondigt haar eerste benchmark onderzoek naar ongewenst gedrag op de werkvloer aan. In deze benchmark zijn ongeveer 2.000 Nederlandse werknemers gevraagd naar hun ervaringen op het gebied van pesten, discriminatie, intimidatie en seksueel grensoverschrijdend gedrag. Uit het onderzoek blijkt dat 17% van de medewerkers vorig jaar ongewenst gedrag ervaarde, een percentage dat al jaren stabiel is. Daarnaast geeft 7% aan niet te weten of te willen zeggen of zij hiermee te maken hebben gehad, wat suggereert dat het werkelijke cijfer hoger kan liggen.

Opvallend is dat 30% van de medewerkers met een fysieke of mentale beperking ongewenst gedrag ervaart, vergeleken met 14% van de medewerkers zonder beperking. Dit verschil is zichtbaar in alle vormen van ongewenst gedrag. Bovendien melden medewerkers met een beperking ongewenst gedrag minder vaak en zijn zij minder tevreden over de genomen vervolgstappen.
Daarnaast ervaren medewerkers met een bi-culturele achtergrond ervaren ook vaker ongewenst gedrag (25%) dan medewerkers met een Nederlandse achtergrond (16%). Dit verschil is zichtbaar in alle vormen van ongewenst gedrag. Hoewel er geen verschil is in de frequentie van het melden, zijn bi-culturele medewerkers duidelijk minder tevreden (29%) over de vervolgstappen in vergelijking met medewerkers met een Nederlandse achtergrond (39%).
Seksueel grensoverschrijdend gedrag
Vrouwen ervaren vaker ongewenst gedrag (20%) dan mannen (15%), met name in de vorm van pesten en seksueel grensoverschrijdend gedrag. LHBTIQ+ werknemers hebben ook vaker te maken met ongewenst gedrag, vooral door verbale intimidatie en discriminatie. Opvallend is dat zij vaker tevreden zijn met de genomen vervolgstappen dan hetero werknemers. Daarnaast zijn er duidelijke verschillen zichtbaar op basis van leeftijden en generaties. Jonge medewerkers hebben het vaakst te maken met ongewenst gedrag (27%) en melden dit het minst vaak.
In de sectoren gezondheidszorg, industrie en nijverheid, en overige dienstverlening (zoals cultuur-, vakbonds- of politieke organisaties) ligt het percentage ongewenst gedrag zelfs boven de 20%. In de handel, het onderwijs en de collectieve sector ligt het percentage rond het Nederlands gemiddelde van 17 tot 18%. De sectoren met het laagste percentage ongewenst gedrag zijn de transportsector (14%) en de kennisintensieve dienstverlening (11%).
Melden van ongewenst gedrag
Uit het onderzoek blijkt verder dat 11% van de werknemers in het afgelopen jaar te maken heeft gehad met verbale intimidatie. Dit kan bestaan uit opmerkingen of dreigementen die angst aanjagen en het gedrag van de persoon beïnvloeden. Pesten, bestaande uit zowel bewuste als onbewuste opmerkingen die iemand pijn doen (zowel offline als online), wordt daarna het vaakst genoemd. Opvallend is dat de percentages van medewerkers die aangeven het niet te weten of niet te willen zeggen, het hoogst zijn bij deze twee vormen van ongewenst gedrag. Minder vaak voorkomende vormen van ongewenst gedrag zijn discriminatie (6%) en seksueel grensoverschrijdend gedrag en fysieke intimidatie (beide 4%).
Ruim driekwart van de medewerkers die te maken heeft gehad met ongewenst gedrag meldt dit, meestal door naar de leidinggevende te stappen of de persoon zelf aan te spreken. Medewerkers gaan minder vaak naar HR of een vertrouwenspersoon. Een belangrijk punt is dat slechts een derde tevreden is met de genomen vervolgstappen, wat aangeeft dat organisaties hier nog veel winst te behalen hebben.
Op basis van deze resultaten kan worden geconcludeerd dat ongewenst gedrag zich nog ruimschoots voordoet in organisaties, waarbij er duidelijke verschillen zijn tussen medewerkersgroepen,” aldus Henrieke van Bommel, Capability Lead Diversity, Equity & Inclusion bij Highberg. “Naarmate organisaties inzicht krijgen in waar en in welke mate ongewenst gedrag zich voordoet, kunnen zij ook kijken naar het beleid en de opvolging bij het melden van dergelijk gedrag. Omdat medewerkers ongewenst gedrag vaak melden bij hun leidinggevende, is het van groot belang dat leidinggevenden goed geïnformeerd zijn en weten hoe zij de juiste opvolging kunnen geven. Het implementeren van een gedragscode en transparantie over hoe meldingen worden behandeld helpt medewerkers om zich gehoord en gesteund te voelen. Zorgvuldige en snelle opvolging is daarbij essentieel. Training kan hierin een belangrijke rol spelen, niet alleen voor leidinggevenden maar ook voor medewerkers onderling, aangezien zij elkaar ook vaak aanspreken op gedrag en daarbij gebaat zijn bij duidelijke handvatten."
Het volledige onderzoek kunt u downloaden via de link